In de Noordzee leven verschillende soorten roggen. Eén daarvan is de stekelrog. Deze vis heeft een plat lichaam in de vorm van een ruit. Ze hebben vlekken, waardoor ze op de bodem van de zee bijna niet opvallen. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes. Zij kunnen 120 centimeter lang worden; mannetjes maximaal 70 centimeter.
Roggen zijn net als haaien kraakbeenvissen: hun hele skelet bestaat uit kraakbeen. Kraakbeen is zachter dan bot.
Het lichaam van roggen is plat. Daarom kunnen deze vissen vlak boven de bodem zwemmen. De rog zwemt op zijn buik en heeft een golvende manier van zwemmen. Dat kost weinig energie. Met de grote borstvinnen maken roggen een golvende beweging die door de zeebodem wordt teruggekaatst. Dat geeft de rog extra steun. Als de rog verder van de bodem afzwemt heeft hij minder steun en kan hij dus minder goed zwemmen.
De stekelrog heet niet voor niets stekelrog. Hij heeft op de bovenkant van zijn lichaam en op zijn staart namelijk veel gemene stekels. Zijn huid is erg ruw. Vroeger werd het zelfs gebruikt als schuurpapier! Op de bovenkant van zijn lichaam zitten ook zijn ogen. Dit lijkt onhandig, maar zo kan hij goed zijn omgeving in de gaten houden. En in plaats van met zijn ogen weet de rog door trillingen van het water goed hoe hij zonder ergens tegen aan te stoten moet zwemmen. Achter zijn ogen zitten spuitgaten die hij nodig heeft voor de ademhaling.
Als we de stekelrog voorzichtig omdraaien, dan zien we dat zijn bek aan de onderkant zit. Daarboven zie je neusgaten. Daarmee kan hij op verre afstand zijn prooien als garnalen, krabben en visjes al ruiken. De gaatjes onder de mond zijn kieuwen. Verder naar de staart toe zit de cloaca. Daar plast en poept hij mee en leggen vrouwtjes hun eitjes. In het voorjaar leggen vrouwtjes tientallen eitjes. Maar niet meer dan 1 per dag. En die eitjes zien er zo uit; als kleine vierkante doosjes met uitsteeksels op de vier hoeken. In Engeland worden de eikapsels ook wel ‘mermaids purses’ genoemd: zeemeerminnenportemonneetjes.
De grootste rog is de reuzenmanta. Deze kan wel vierenhalve meter. Van deze rog vind je op het strand geen eikapsels. Ze leggen namelijk geen eitjes. De jongen komen zonder ei ter wereld.