Vlak over de grens bij Vaals in Zuid-Limburg liggen sporen van een bijzonder stukje geschiedenis. Bijna niemand kent het, maar hier heeft honderd jaar lang het ministaatje Moresnet gelegen. Het land ontstaat in het jaar 1816 en eigenlijk kwam het door een vergissing. Het drielandenpunt bij Vaals, nog altijd een geliefde bestemming voor schoolreisjes. Philip Dröge ziet als hij vanaf dit punt kijkt, nog een vierde landje dat niet meer bestaat, maar waarvan de sporen nog wel zichtbaar zijn. Daar ligt Duitsland aan de bosrand. Maar dit zijn de grenzen waar het mij om te doen is, de oude grens van Moresnet. Je kan het prachtig zien liggen, die inkeping tussen de bomen. Dat is ook nog deel van het grindpad dat ze ooit hebben gemaakt om het makkelijker te kunnen controleren, want er werd hier ontzettend veel gesmokkeld en ook rechts zijn de bomen gekapt ooit door de Nederlanders, ook om het smokkelen tegen te gaan. En die punt, dat is Moresnet en dat loopt dan achter die heuvel loopt het weer verder. Dit vredige heuvellandschap was ooit een wildwestachtig mijnstadje, zonder regels en zonder wetten. Honderd jaar lang hoorde het helemaal nergens bij. Het was allemaal het resultaat van een uit de hand gelopen onderhandeling. Moresnet is eigenlijk ontstaan door De Kift, door onenigheid tussen twee koningen. Je moet je voorstellen 1815 Slag bij Waterloo. Napoleon was verslagen. De grenzen van Europa moesten opnieuw worden getrokken. Dat opnieuw tekenen van de kaart van Europa gebeurde op het congres van Wenen, waar behalve onderhandeld ook vooral veel gedronken en gedanst werd. Eigenlijk, ja, hebben ze daar een paar fouten gemaakt in die verdragstekst die er uiteindelijk is gekomen. En één van die fouten, dat is dat een klein stukje land ten zuiden van Vaals, ten zuiden van het huidige drielandenpunt, zowel aan Pruisen als aan Nederland was toegewezen. Omdat ze er niet uitkwamen, hebben ze een uniek besluit genomen. Ze hebben gezegd van het is noch van Duitsland, noch van Nederland. Het is neutraal zoals dat werd genoemd. Een klein landje is nog een groot woord voor het voormalig neutrale Moresnet. Het is op de kaart een minuscuul taartpuntje tussen Nederland, Duitsland en België. Vergeleken met Luxemburg is het een stipje en zelfs vergeleken met ministaatjes als Liechtenstein en Andorra is het een dwerg. Vaticaanstad en Monaco zijn de enige landen met wie je het in omvang kan vergelijken. En waarom gunden Nederland en Pruisen elkaar dit stukje land niet? Omdat er een enorme hoeveelheid erts lag van een revolutionair nieuw metaal; zink. Ideaal voor het maken van daken. Er werd aan die zinkgroeven die daar lag heel erg veel geld verdiend. En de twee koningen van Nederland en Pruisen wilden vooral niet dat de ander die groeven kreeg. Dus daarom hebben ze dat besluit genomen. Dan is het van geen van ons twee. Dus was Moresnet van niemand. Maar wat dat betekende wist men aanvankelijk niet. De oorspronkelijke inwoners waren helemaal niets. Die werden de neutralen genoemd en dat gaf al aan: mensen wisten eigenlijk niet tot welk land ze worden, want ze behoren eigenlijk tot geen enkel land. Moresnet kent geen dienstplicht, geen belasting, geen regels. Er komen al snel van heinde en verre avonturiers op af. Deserteurs, mensen uit gestichten, trouwens ook dieven, mensen die uit gevangenissen waren ontsnapt en een heleboel mensen met met iets op hun kerfstok. Die vonden dit een een plek waarvan ze dachten hier ben ik vrij. Het landje had geen staatshoofd, had geen president of koning, want het had een burgemeester en je moest als Belgische gendarme of als als Duitse veldwachter moest je eerst naar de burgemeester. En dan moest je zeggen van ik heb het vermoeden dat meneer zo en zo in dit land is, in jouw land is en dan mocht je pas de grens over en dan mocht je hem gaan zoeken. De bevolking groeide als kool van 400 naar uiteindelijk ruim 4000 mensen. De zinkmijn, maar ook de prostitutie, het gokken en het drankwezen maakten een enorme bloei door. En ook al was er geen staat, er ontstond toch wel degelijk een soort nationale identiteit. Er kwam een eigen vlag, een postzegel en sommige idealisten wilden Moresnet zelfs een eigen taal geven. Ze wilden hier Esperanto tot nationale taal gaan maken en er is een heel programma opgezet dat iedereen moest Esperanto gaan leren. Er moesten bordjes komen in het Esperanto, in winkels en daar waren ze best ver mee. En ook als hier, als de Eerste Wereldoorlog niet tussenbeide was gekomen, wie weet wat hier wel niet was gelukt.