Nou kijk aan Pino. Dat is nog eens mooi materiaal. Hout. Dat zie je tegenwoordig bijna helemaal niet meer. Het is allemaal plastic, plastic.
Aart, wil je meedoen?
Ik heb eigenlijk een hele belangrijke afspraak maar ik ben wat aan de vroege kant dus het kan misschien wel eventjes. Wat zullen we gaan doen. Jij mag het zeggen.
Een toren bouwen natuurlijk.
Weet je wat, laten we 2 torens gaan bouwen. Eentje voor jou en eentje voor mij. Dan maken we er een wedstrijdje van. Net als vroeger met mijn broer. Een toren bouwen tot aan je oren.
Maar ik wil helemaal geen wedstrijdje. Kunnen we niet gewoon samen een toren bouwen?
Nee, een wedstrijdje is veel leuker. En de spelregel is als volgt: wie als eerst een toren tot aan zijn oren heeft gebouwd die heeft gewonnen.
Maar mijn oren zitten veel hoger, dat is toch niet eerlijk?
Oke, krijg je een voorsprong. Ik help je wel een klein beetje vooruit. Niet zo moeilijk zeg, alsjeblieft. Kijk eens aan, kijk kijk kijk. En dan gaan we nu beginnen.
Nou. Aart! Stop!
Dan heb jij gewonnen, nee hoor. Ik bouw gewoon lekker door hoor.
Aart kijk eens, ik heb al gewonnen. Ik heb een toren tot aan mijn oren.
Op deze manier kan ik het natuurlijk ook. Ik was bijna mijn belangrijke afspraak vergeten.
Ik heb gewonnen, ik heb gewonnen. Leve de koningin!