Als je met je tong over je kiezen gaat, voel je ribbels. Die ribbels noem je groeven. Bij een melkgebit zijn deze groeven dieper dan in een volwassen gebit. In die groeven kunnen etensresten blijven zitten. Daardoor heb je een grote kans op gaatjes. Maar het wegpoetsen van het vuil is nog niet zo eenvoudig. Daar heeft de tandarts een oplossing voor. Door de tanden een plastic laagje te geven, vult hij de groeven op. De ribbels zijn zo minder diep, de kies is gladder en het wegpoetsen van vuil gaat makkelijker. Deze behandeling heet sealen. Hoe gaat dat in zijn werk? Voordat de tandarts de kies een beschermlaagje gaat geven, wordt de kies eerst goed schoongemaakt. Met een spiegeltje en een haakje, ook wel een sonde genoemd, haalt de tandarts het vuil weg. Door de kies een soort regenjas te geven, loopt het water niet de mond in. Er wordt flink gepoetst en pas als de kies helemaal schoon is, kan het echte werk beginnen. Het laagje plastic wordt op de kies geverfd, het wordt een soort laklaagje. Om de lak snel te laten drogen, schijnt de tandarts er een blauw lampje op. Dit licht mag niet in je ogen schijnen, daarom houd je voor het lampje een oranje glaasje. Als het laklaagje hard is geworden, gaat het wegpoetsen van vuil makkelijker en heb je minder kans op gaatjes!