En nou opletten. Wat doet een hond? Mauw, mauw, mauw! Nee hè. Een hond doet “waf, waf, waf”. Af, af, af. Ja, dat is goed. En wat doet een poes? Af, af, af! O, nee, nee, nee. Een poes doet “mauw, mauw, mauw”. Mau, mau, mau. Wonen we tegenwoordig soms op een kinderboerderij? O, wauw, kinderboerderij, goed, goed. Daar wonen kippen en die zeggen “tok, tok, tok”. Hou nou toch op met dat getok, tok, tok. Aart, Aart, ik leer Purk de geluiden van de dieren ja. O ja? Is dat zo. Is dat zo. Volgens mij leer je die kleine heel iets anders. Iets vreselijks. Ja je leert die kleine lawaai maken. Schandalig. Wat is er schandalig? Die twee schreeuwen tegen elkaar als beesten. Echt niet Arjan. Ik leer Purk de geluiden van de dieren. Waf, waf, waf en mauw, mauw, mauw. En tok, tok, tok. Waf, waf, waf? Mauw, mauw, mauw? Tok, tok, tok? Dat is inderdaad een schande. Wat zeg je nou Arjan? Ja Tommie. Deze keer ben ik het helemaal met meneer Aart eens. Zo mag ik het horen. Eindelijk eens een keer iemand- Heb je een hond ooit waf horen zeggen? En toch leren ze dat aan die kinderen. Ja, ja, ja. Het is toch een schande. Ja Tommie, een echte hond die doet toch “woef, woef, woehoehhoeehh”. Net echt zeg, net echt. Grrrr, waf, waf! Ja en een kip, een kip, Aart. Een kip die doet toch “pokkk, pok, popookkk”. Ja. En wat doet een poes? Een poes, een poes doet “mauuuww, prr, maaauuw”. Ja, je leert het al. Hé maar meneer Aart, u heeft de koe nog niet gehoord. Moeeeee. Die is goed zeg. Of een schaap. Behhhh. Beehhhh. Een kalkoen. Blblblblb. Echt waar? Blblblblb!