Dat is Limpopo, bij hem zijn we vandaag op bezoek. Limpopo houdt van kinderen, we zwaaien of hij wil komen. Maar Limpopo reageert niet. We kunnen zwaaien wat we willen... Ik geloof dat hij ons niet ziet. We zijn te ver weg.
Hoe zou het zijn om door de ogen van een neushoorn te kijken?
We doen een test!
Als ik zover wegga, kan Limpopo me nog net zien.
Ik zie haar goed!
Maar als ik zover wegga ziet Limpopo niks meer.
Ik nog wel. Dat is een neushoornmasker, daarmee zie je net zo slecht als een neushoorn. En, herken je nog iets? Geen wonder dat Limpopo ons niet ziet.
Maar misschien kan Limpopo ons horen... Zijn oren zijn lang. We gaan het uitproberen.
Kijk, hij komt! Hij hoort ons!
Oeps, heb je gezien hoe gevoelig hij is? Zijn gehoor is dus prima. Hoe goed kan hij horen?
We gaan testen! Zo... horen we elkaar goed, zelfs als we net zulke grote oren hebben als Limpopo. Met deze oren horen we even goed als hij! Het blijft hard, ook als we zachter roepen.
Maar de neus van Limpopo, die is zelfs nòg beter. Goed kunnen ruiken is helemaal niet zo makkelijk. We testen onze reuk. Kunnen wij met onze neuzen geuren herkennen? Rood is aardbei en geel is citroen. Nu ogen dicht! Dat is niet makkelijk... met onze neus. Limpopo zou ze makkelijk herkennen, maar hij snuffelt liever aan iets anders... Kijk dan, hij stampt door de poep, eugh...En hij verspreidt het.
Weet je waarom?
Hij wil dat anderen ook zijn geur ruiken: de neushoornvrouwen! Die weten dan dat hij in de buurt is. Maar nu gaan we bij ‘m langs. Hij vindt het fijn om geaaid te worden. Zie je, hij vindt het fijn. En wij vinden het ook leuk.