Het is tijd voor de wonderen van Jezus. Lieve lieve mensen, kom tot Mij! Armen van geest, Verschoppelingen. Ik zal jullie genezen. Ga je mij genezen? Ben je melaats, kreupel of blind? Ben je waanzinnig of gewoon een beetje misselijk? Wanhoop niet, want ik ben er. Ja, en ik zal jullie genezen. Ja! Maar een voor een he. Wie heeft er bijvoorbeeld lepra? Mag ik vingers zien? Ik! Hebben jullie een beetje vertrouwen in mij? Ja! Want anders werkt t natuurlijk niet. Ogen dicht. Jullie zijn schoon. Ongelofelijk. Ik ben genezen. Nu kan ik een vrouw vinden. Ja, ik! Wat ik ben schoon. Oh, dank je wel Heer. Loof de Heer! Gaat heen en vermenigvuldigt u. Een voor een mensen. Dag, hallo. Hoe kan ik u helpen? Wat? Wat scheelt eraan? Ik ben doof. Ik ben blind. Als je gelooft, dan kun je alles. Hou me vast en kijk! Ik zie weer! Ik hoor weer! Oh, dankzij Jezus. Een voor een. Ja, beste man, zeg het maar. Het is mijn zoon. Hij is bezeten van Satan, van de duivel. Hier! Ja ik zie t al als, is behoorlijk ernstig. Maar ik krijg hem er wel uit. Satan laat af. (onverstaanbaar). Weg! Gaat een Satan, donder op! En klaar. Nee, hij is dood! Niet zo schreeuwen. Sta op, mijn zoon. Waar ben ik? Papa? Het is ongelofelijk. Hij is genezen. Zo zie je maar, met een beetje geloof krijg je alles voor elkaar. Jezus, kan je ook water in wijn veranderen. Natuurlijk, is een makkie. Kijk. Drie. Twee. Één. Bingo! Oh. Maar weten jullie wat ik nog meer kan? Nou, ik kan over t water lopen. Nee, dat kan je niet. Jawel, kom maar mee, dan zal ik het jullie laten zien. Echt niet. Wij gaan lopen over water. Water! Water! Water!