Wij zijn Nathan, Anton en Oscar.
We maken de figuren uit de Wolf en de Zeven Geitjes
De geiten maken we van oude sokken.
We schilderen de ogen erop en plakken hoorntjes en oren aan de sokken.
Anton knipt de geitensik uit vilt.
Oscar maakt de geitenmoeder.
De eerste geiten zijn klaar.
Jonathan, Lisa, Lola en Timo maken de andere kleine geitjes.
Nu zijn de 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 kleine geitjes klaar!
Nu hebben we alleen hun huis nog nodig.
Klaar!
Er was eens een mama-geit.
Ze moest eten gaan zoeken in het bos en zei tegen haar kinderen: blijf binnen en doe de deur niet open, anders eet de wolf je op!
Even later werd er op de deur geklopt.
“Kinderen, doe de deur open! Ik ben het, jullie moeder!”
“Nee, je klinkt heel schor. Jij bent vast en zeker de wolf!”
De wolf ging weg en kocht een pot honing.
Daarmee maakte hij zijn stem zacht en zoet.
Doe de deur open, kindertjes. Hier is jullie moeder!
Maar de wolf legde zijn grote, zwarte poot op het raam.
De kleine geitjes zagen het, en gilden:
Nee! Nee! Jij bent de wolf!
De wolf ging weer weg en vroeg een molenaar om witte bloem op zijn poot te wrijven.
Kindertjes! Doe open! Jullie moeder is hier!
Maar de kleine geitjes geloofden hem niet.
Jij bent vast en zeker de wolf!
“Maar kijk dan naar mijn witte pootje!”
De geitjes zagen het en geloofden dat het echt hun moeder was.
Ze openden de deur en de wolf stormde het huis binnen.
De kleine geitjes probeerden zich te verstoppen.
Alleen de jongste vond een plekje, achter de grote klok.
De wolf verslond de andere kleine geitjes in 1 hap.
Toen de wolf klaar was met eten, ging hij naast de waterput een dutje doen.
Na een poosje kwam de geitenmoeder terug en riep haar kinderen.
Maar niemand gaf antwoord.
Toen ze het jongste geitje riep, kwam het achter de klok vandaan en vertelde moeder wat er was gebeurd.
De moeder sneed de slapende wolf open en bevrijdde de geitjes.
Daarna gooide ze de wolf in de put.