Om duidelijk te maken dat Joden er niet bij hoorden, werden op veel plekken bordjes opgehangen: “verboden voor Joden”: bij het zwembad, bij de bioscoop, in parken of: in het café zoals hier. Normaal gesproken waren dat natuurlijk plekken waar iedereen altijd mocht komen, maar joden waren anders geworden, ze hoorden er niet meer bij. Om dat nog duidelijker te maken moesten alle Joden van de Duitsers een ster op hun kleding dragen, “Jood” stond erop. En zo kon iedereen zien dat je Joods was. En dat maakte het voor de Duitsers wel heel makkelijk, want nu ze eenmaal wisten wie er allemaal joods was konden ze hen één voor één oppakken. Niemand wist wat er met de opgepakte joden gebeurde, maar het moest wel heel erg zijn. En sommigen wilden ze dan ook helpen en ze boden ze een plek aan om te schuilen in hun eigen huis. Joodse mannen, vrouwen en kinderen konden dan bij hen onderduiken. Weken of maanden zaten joden dan ondergedoken in donkere kamers, schuren of kelders. En dat was gevaarlijk natuurlijk voor de onderduikers, maar ook voor de mensen die hen hielpen, want als de Duitsers ze ontdekten in die geheime plekken, dan zouden ze zwaar gestraft worden.
De mensen waren erg bang geworden en er heerste heel veel angst. Door de oorlog raakte het voedsel langzaamaan steeds verder op en een hele strenge koude winter maakte het allemaal nog erger. Het hout om de kachels op te stoken raakte ook op.
Veel mensen leden honger en alleen met deze voedselbonnen kon je nog eten verkrijgen: melk, boter, vlees, maar dat was lang niet altijd genoeg. Op een gegeven moment moesten mensen zelfs tulpenbollen gaan eten om nog iets binnen te krijgen, uit pure wanhoop. En wat dacht je van mensen die zaten ondergedoken? Die kregen geen bonnen en dus geen eten.
De joden die door de Duitsers waren opgepakt, die werden in treinen gestopt en aan niemand werd verteld waar die treinen heen reden. Na een urenlange reis in een donkere stinkende trein kwamen ze dan ver weg aan in een kamp. En nog steeds had niemand een idee. Ze moesten alles afgeven wat ze hadden. In rijen gaan staan. De mannen aan de ene kant en vrouwen en kinderen apart. De gezonde sterke mensen, die werden uitgekozen. Die konden werken. En de anderen, die werden vermoord, omdat Hitler dat wilde en omdat zijn aanhangers meewerkten aan die vreselijke moordpartij. Miljoenen joden kwamen nooit meer terug. En dat kon je buurvrouw zijn! Of je vriendinnetje uit de klas! Of die ene juf van school!
Na 5 jaar werd Nederland bevrijd van de Duitsers. Het is een vreselijke oorlog geweest waarin Hitler duizenden onschuldige joodse Nederlanders liet vermoorden. Laten we hopen dat dat nooit meer gebeurt.