Wie doet er hier eigenlijk wat? Het Metropole-orkest bestaat uit veel verschillende muzikanten. Ze hebben allemaal een eigen taak en vaste plek. Laten we eens gaan kijken naar de grootste groep: de strijkers. Ze zitten in een waaier-vorm. Belangrijk, zo kunnen ze elkaar en de dirigent goed zien. Heel handig als ze tegelijkertijd moeten beginnen of eindigen. Ze zitten dicht bij de dirigent omdat de slag van een strijker minder ver reikt dan de klank van bijvoorbeeld een trompet. Om toch flink volume te krijgen zitten er vaak meer strijkers in een orkest dan bijvoorbeeld blazers. Er zijn verschillende strijkinstrumenten en hebben allemaal een eigen plek. De contrabas, het grootste instrument van alle strijkers. De cello, al een stuk kleiner maar hij past nog steeds niet onder je kin. Dat kan weer wel met de altviool. En dan de kleinste viool, de viool. De viool is opgedeeld in de eerste viool en de tweede viool. Dat zijn dezelfde instrumenten alleen spelen ze andere noten. Dan zijn we aangekomen bij de concertmeester. De aanvoerder van het hele orkest. De eerste violist. Zij zorgt dat er van tevoren goed wordt gestemd, zij speelt de solo's en zij kan de dirigent vervangen als hij ziek is. Voor het concert schudden de dirigent en de concertmeester elkaar plechtig de hand. Daarmee begroet de dirigent eigenlijk het hele orkest. Prachtig hoe dat in het geheel klinkt.