Oppasser: "Hier zit de steenvis in."
Kind: "Ik zie nul vissen. Waarom ziet die vis eruit als een steen?"
Oppasser: "Nou dat is heel slim, want dan zien dus de dieren die hij op wil eten, die zien hem niet. Die denken gewoon - ik zwem langs een steen - en zo in één keer doet die steen z’n bek open, is ’t geen steen maar een vis!"
Kind: "Oh, dat steentje dat daar beweegt."
Oppasser: "Nee dat is ‘m niet. Het is echt heel erg moeilijk hoor."
Kind: "Maar daar zie ik ‘m onder iets zitten."
Oppasser: "Ja, ja, dat is ook een gewoon steentje he, het is echt…"
Kind: "Ja ! Ik zie er één, met dat rode!"
Oppasser: "Ja wat goed!"
Kind: "Hij ziet er wel een beetje harig uit, hij ziet eruit zoals een steen met een beetje haar."
Oppasser: "Als een haarbol, zo ziet hij er nog meer uit als een echte steen. We gaan ook zo proberen of ze honger hebben, wil je dat zien, dan kun je ‘m eens zien bewegen he, dan kun je zien dat het een echte vis is en geen steen. Kijk daar komt ’t visje aan, dan doet de verzorgster zometeen net alsof ’t visje beweegt. Goed opletten he, het gaat supersnel! Kijk, kijk, gaat-ie ‘m pakken, ja! Dat was ‘m heb je ’t gezien, snel he?"
Kind: “Oh ik schrok me een hoedje."
Oppasser: "Doe nog eens? Hap. Snel he?"
Voice-over: "Dat was lekker!"