Een van de bewoners van een koraalrif is de spons.
Sponzen kunnen zich niet verplaatsen. Toch zijn het dieren, al eten en leven ze dan op een andere manier dan de meeste dieren die je kent.
Er zijn heel veel verschillende soorten sponzen, maar ze hebben gemeen dat hun lichamen heel veel kleine gaatjes hebben, zogeheten poriën. Daarmee filteren ze het water, om aan zuurstof en voedsel te komen.
Ze verschillen in kleur, vorm en formaat.
Deze is bijvoorbeeld erg klein: groter dan 30 centimeter zal hij niet worden.
Maar hij kan wel in de breedte groeien: tot wel twee keer zijn hoogte!
Zoals deze, al is die dan toevallig een andere kleur.
Deze spons is nog korter, en wordt hooguit 15 tot 20 centimeter.
Maar deze groene spons, met al die buisjes, kan juist lang worden: tot wel 50 centimeter.
Ach, en deze is helemaal mooi. Hij kan zo op de koffietafel, als bloemenvaasje!
Nou, dit is meer een krantenbak. Als je van rood houdt.
Deze wil omhoog! Hij is zo lang als een kind van vijf!
Maar het kan nog langer!
Sponzen hebben allerlei vormen, zoals je ziet. Deze lijkt zo goed op een vaas, dat er een plant in is gaan groeien.
Het rif zit vol met sponzen. Wel duizenden! Kom, we gaan op zoek.
Kijk, die is mooi. En daar is een lange. En een nog langere! Wat zou de langste zijn?
En die is dan weer kort. Of bijna plat. En die, zie je die? Die spons? Nee, die andere spons! Daarachter!
Oef... er zijn er gewoon te veel om op te noemen.
Tot ziens!