De schorpioenvis.
Zie jij hem al?
Kom anders wat dichterbij.
Kijk eens goed!
Daar is hij!
Hij verstopt zich bij de rotsen. En hij lijkt op een bundel zeewier!
Heb je hem nu gezien?
Hij zit in die spleet in het koraal, en beweegt zich niet.
Maar als we van deze kant kijken... Daar is hij!
Nu gaan we op een andere plek kijken.
Okay, waar zit hij?
Aha! Gevonden!
Het lijkt alsof hij helemaal onder het zeewier zit, maar dat is niet waar. Al die flapjes zijn gewoon zijn eigen huid.
Hij heet schorpioenvis omdat de grote vin op zijn rug gif bevat.
Als je die aanraakt, doet dat flink zeer. Ook zwelt je hand of been op en kun je koorts krijgen. Vooral voor kleine kinderen is het erg gevaarlijk.
De schorpioenvis is een langzame zwemmer, Daarom vangt hij zijn prooi op een speciale manier: hij gebruikt zijn speciale uiterlijk en zijn enorme geduld: de truc is om doodstil te gaan liggen en vooral niet op te vallen.
Als hij gestoord wordt, verplaatst hij zich een klein stukje en gaat dan weer in zijn omgeving op.
En deze, zie je deze?
Kijk nou, daar! Op die rots!
Laten we voorzichtig om hem heen zwemmen, om eens goed te kunnen kijken.
De schorpioenvis leidt een eenzaam bestaan. Hij ligt altijd maar stilletjes verscholen.
Kijk eens naar zijn vin, naar zijn staart en zijn andere vin. O! Zijn oog!
Ik geloof dat we hem storen.
Dan gaan we maar weer.
Dag!