2500 jaar geleden is Griekenland één van de meest ontwikkelde landen van Europa. In die tijd leven in Nederland de mensen in hutjes van leem en stro, maar in het oude Griekenland worden dan al stenen tempels en paleizen gebouwd.
De natuur kan in het oude Griekenland behoorlijk te keer gaan. Vulkaanuitbarstingen, stormen, aardbevingen en overstromingen komen vaak voor.
De Grieken denken dit het werk van de Goden is.
Voor elk natuurverschijnsel hebben ze wel een God.
De Grieken zien hun goden als mensen. Ook al zijn ze onsterfelijk en hebben ze speciale krachten.
De belangrijkste Goden wonen bij elkaar op de berg Olympus.
De oppergod is Zeus. Hij woont hier ook.
Zo’n tempel is eigenlijk een huis voor hun goden waar de mensen geschenken kunnen offeren. Ze staan op de mooiste plekken van de stad vaak bovenop een berg.
Een van de belangrijkste Griekse tempels is het Parthenon. Deze tempel is gebouwd op de berg Acropolis in Athene. Hij is opgedragen aan de godin Pallas Athene. De dochter van Zeus en godin van de wijsheid, wetenschap en de schone kunsten.
In de hal van de tempel staat dan haar standbeeld.
De Griekse tempels worden allemaal op dezelfde manier gebouwd en versierd.
Op een zuilenrij wordt een timpaan geplaatst.
In deze driehoek worden beeldhouwwerken aangebracht.
De Grieken zijn dol op kleur. Nu lijkt het alsof alle tempels wit zijn. De kleuren zijn er in de loop der eeuwen afgesleten.