Eén, twee, één, twee, we lopen in de optocht mee.
Hoep slaat op de trom.
Bom, bom, bom.
We lopen met zijn allen door de straten.
En overal staan mensen op de stoep.
Ze lachen en ze roepen, en ze zwaaien.
Naar de optocht van Hoela en van Hoep.
De olifanten blazen op trompetten.
Er zijn tijgers en er is een krokodil.
De zebra’s dragen allemaal een hoedje.
En zwaai ik met mijn stok, dan staan ze stil.
Stokstil.
Eén, twee, één, twee, we lopen in de optocht mee.
Hoela loopt voorop.
Hop, hop, hop.
De giraffen lopen allemaal op stelten.
Er is een lama en een nijlpaard op een fiets.
De apen zwaaien met een hele grote vlag.
En sla ik op mijn trom, dan hoor je…
Eén, twee, één, twee, we lopen in de optocht mee.
Hoep slaat op de trom.
Bom, bom, bom.