Dit is de Indische olifant. Hij behoort tot de familie van de slurfdieren. De slurf is een lange neus die vastzit aan de bovenlip. Hij wordt gebruikt om mee te ruiken, te voelen, te ademen, te eten en water mee op te zuigen.
In de slurf van een Indische olifant past acht-en-een-halve liter! Bij het drinken zuigen ze eerst het water op met de slurf, daarna spuiten ze het in hun mond. Olifanten gebruiken hun slurf ook om bladeren, vruchten en takken van bomen te plukken. De olifant kan ook geluid maken met zijn slurf; dat heet trompetteren.
De mannetjesolifanten hebben slagtanden. Oorspronkelijk zijn de slagtanden bedoeld als wapen, maar de olifant kan ook zwaar werk doen met de tanden zoals graven, de schors van bomen afhalen en dingen wegduwen. De slagtanden zijn voor de olifanten ook een teken van kracht.De poten van de olifanten zijn ronde zuilen, die onderaan plat zijn.
Olifanten hebben wel teennagels. In de poten zitten wel tenen: je zou kunnen zeggen dat een olifant op zijn tenen loopt, maar achter de tenen is alles opgevuld met zachte steunkussens zodat de voetzool een plat vlak wordt. Hierdoor wordt het enorme gewicht van de olifant verdeeld over een groter oppervlak.
Een olifant eet wel 200 kilo per dag; behalve bladeren en vruchten eten ze gras, wroeten ze wortels uit de grond en schrapen boomschors van bomen.De huid van een olifant is twee tot vier centimeter dik.Ze nemen graag een modder- of een stofbad, om hun huid soepel te houden. Ook biedt het zand op hun huid bescherming tegen de zon.
Olifanten zweten niet. Om af te koelen wapperen ze met hun oren. In die oren zitten vele aders waardoor het bloed stroomt. Als de olifant wappert met zijn oren, dan koelt het bloed af.