Je hoort nu het geluid van een midwinterhoornblazer. Dit is al een heel oude traditie die hier in Ootmarsum in Twente en in Duitsland een stukje vlak over de grens nog heel veel, ja, dat is de traditie, er wordt nog heel veel geblazen hier. De blazer blaast op een houten hoorn, het is vrij moeilijk en door op die houten hoorn te blazen hoor je toch wat geheimzinnige tonen.
Er wordt op een midwinterhoorn geblazen in de 40 dagen rond Kerstmis. Dat begint op de eerste Adventszondag, die is vier weken voor Kerstmis, en we blazen door tot Drie Koningen, dat is 6 januari.
2000 jaar geleden blies men op de midwinterhoorn om de boze geesten te verdrijven. Men dacht: door middel van op de hoorn te blazen, dat men de boze geesten kon verdrijven. Na de komst van het Christendom werd er geblazen om de geboorte van het Kerstkind aan te kondigen.
Als je hier blaast, zeg maar op deze plek, een kilometer of vijf tot acht verderop, kun je de midwinterhoorn nog heel duidelijk horen! En als iemand ‘m daar dan hoort en die pakt zijn hoorn en die geeft dan antwoord terug richting mij van: “goh, ik heb je gehoord, ik blaas terug!”.
Je weet nooit wie er blaast, dat is altijd een vraagteken: je weet ook niet wie je hoort. Dus je begint te blazen en vanzelf krijg je antwoord en wie het is weet je niet, maar we blazen nooit tegelijk.
In de Tweede Wereldoorlog werd de midwinterhoorn ook gebruikt als een soort signaal. Er waren hier bij de boeren in Twente heel veel mensen ondergedoken, dat waren mensen die verscholen zaten in hun boerderijen en als dan of de Duitsers of wie dan ook kwam om die mensen op te zoeken, dan werd er ook geblazen met de aandacht van: “jongens, let op, onraad in de buurt, verstop jullie, ze komen kijken!”.