Jonge poesjes vinden we allemaal schattig. Misschien heb je ze wel eens geaaid. Dit pluizige katje lijkt heel veel op de jongen van grote gevaarlijke katten, zoals leeuwen, tijgers en lynxen. Deze dieren kun je in Nederland alleen in de dierentuin zien. Lynxen zijn het liefste alleen. In de dierentuin moet je daarom soms wachten tot de lynx uit haar schuilplaats tevoorschijn komt, bijvoorbeeld als ze eten krijgt.
Lynxen zijn nachtdieren. Dan zijn ze wakker. Overdag zoeken ze een stil plekje om uit te rusten. Ze zitten het liefst tussen de rotsen, op een hoge plek. zo hebben ze een goed uitzicht.
Lynxen krijg je niet snel te zien. Ze wonen in bossen hier ver vandaan. Ze slapen het grootste deel van de dag en er zijn er niet meer zoveel op onze aarde. De lynx is een heel zeldzame diersoort. Je herkent een lynx makkelijk aan de lange zwarte pluimpjes haar op zijn oren en de korte staart met zwarte punt. Hij heeft een bruinrode vacht met donkere vlekken. Daardoor valt hij minder op in het bos. Met zijn grote en zachte poten kan een lynx hard door het bos rennen. Hij heeft ook scherpe klauwen. Dat is handig bij het jagen.
Lynxen zijn hele elegante dieren. Ze lopen langzaam en deftig door het bos Je hoort ze niet lopen en je ziet ze moeilijk tussen het groen. Beren en wolven doen dat anders. Die zijn constant aan het snuffelen. Lynxen kunnen heel erg goed zien en horen en schrikken snel op van geluid. Jonge lynxen spelen graag en ze zijn heel nieuwsgierig. Als ze iets interessants zien, gaan ze er meteen mee spelen. Ze zijn net zo nieuwsgierig als hun ouders. Jonge lynxen noemen we welpen.
Deze kinderen hebben de twee jongen lynxen een naam gegeven. Pluimpje en Pluisje.
Als ze jong zijn, zijn het net ondeugende poesjes, maar als ze volwassen zijn, zijn ze groter dan huiskatten. Pluimpje en Pluisje zijn nu bijna één jaar. Moeder Witje zorgt voor haar jongen tot ze volwassen zijn. Ze moet erg goed opletten, want in het bos zijn veel gevaren. De welpen zijn aan het stoeien en gaan op onderzoek uit door op rotsen en in bomen te klimmen. Ze doen wie het meeste durft. Hun moeder houdt ze steeds in de gaten. Zo kan ze meteen ingrijpen als er iets gebeurt. Ze schrikt op van elk geluid.
De welpen spelen de hele dag door en leren zo een heleboel. Ze leren rennen, goed kijken en letten op gevaar. Heel belangrijk want als ze volwassen zijn moeten ze hun eigen eten bij elkaar scharrelen. Eerst vechten ze al spelend met een kleine dennenappel, maar al gauw leren ze kleine dieren vangen. Na een tijdje gaan ze echt met hun moeder mee op jacht.
Dat moeten ze leren voor later, maar nu zorgt hun moeder er nog voor dat er altijd iets lekkers te eten is.
Als de lynxen groot genoeg zijn en alles zelf kunnen doen, gaat moeder weg. Dan moeten de jonge lynxen voor zichzelf gaan zorgen. Maar dat vinden ze niet erg. Lynxen leven graag alleen en houden van de stilte in de bossen. Ze zoeken het liefst een rustig plekje waar ze goed en ver kunnen kijken. En vanaf die plek houden ze alles in de gaten, alsof ze de baas zijn van het bos.