Dit is professor Potter, onze buurman. Hij woont in een klein huis, midden in de dierentuin. Want hij is gek op dieren. Hij houdt van alle dieren evenveel. Maar soms gebeuren er rare dingen. Vandaag bijvoorbeeld. Professor Potter is net wakker. Hij maakt zich klaar voor de dag. Maar zijn haar werkt niet mee. Het krult niet genoeg. Er zit maar een ding op: professor Potter heeft een krultang nodig. Dan komen de krullen vanzelf. Heel mooi professor. Maar waar is de krultang? In het medicijnkastje? In de badkuip? Hij is toch niet in de wc gevallen? De krultang is nergens te vinden. Maar kijk eens professor: voetsporen! Zou een dief de krultang hebben meegenomen? Welke dief laat nou zulke modderige voetsporen achter? Misschien heeft Peter de papegaai iets gezien. Zeg eens Peter, van welk dier zijn deze voetsporen? Aha! Bedankt voor de tip! Onze dief knort. Hij knort, maakt vieze voetsporen en steelt krultangen. De voetsporen leiden naar buiten! Maar hier is niemand. Of ziet u iemand professor? Waar kan hij zijn? Hoorde u dat ook professor? Dat was duidelijk een knor! Nog een keer! Professor, kijk! Het komt daar vandaan! Voorzichtig professor, het kan…glibberig zijn. Au. Nu is uw bril helemaal vies. Wat is dat nu? Het is Charlotte! Natuurlijk! Charlotte knort, houdt van modder, en maakt vieze voetsporen. Heb jij de krultang misschien? Jahoor! Waarvoor dan? Je hebt helemaal geen haar! Ohh, ik snap het! Je gebruikt hem voor je krulstaart. En het haar van professor Potter dan? Met of zonder krultang, jullie zijn er allebei heel mooi uit.