Eeuwenlang ging het reizen in Nederland bijna altijd op dezelfde manier: over het water. Je nam 's ochtends om zes uur de trekschuit in Amsterdam, en twaalf uur later was je in Delft. Iedereen reisde langzaam en op z'n gemak. Tot de negentiende eeuw. Machines worden niet langer aangedreven door paarden en wind, maar door stoomkracht. Het is het begin van de industriële revolutie. De stoomtrein verovert ons land en met z'n 30 kilometer per uur worden de reistijden drastisch ingekort. In een half uur van Amsterdam naar Haarlem en een half uur later was je alweer in Leiden. Zo worden eerst de grote steden in het westen met elkaar verbonden en daarna volgt stap voor stap de rest van Nederland. Er komen spoorwegen. Vanaf ongeveer de helft van de negentiende eeuw kunnen mensen zich verplaatsen met tot dan toe ongekende snelheden, dus hebben we het over dertig tot veertig kilometer per uur he. Maar dat was echt ongekend voor die tijd. Als je bedenkt dat mensen voorheen met de koets of met de trekschuit vooral gingen of te paard, dus dat waren hele zichtbare veranderingen. Iedere nieuwe spoorlijn trekt massaal de aandacht. Bewoners die hun stad of provincie nooit hebben verlaten, verkennen nu het hele land. Hele gezinnen trekken naar de steden op zoek naar werk en een betere toekomst. Reizen wordt ook een vorm van recreatie. Dagjesmensen komen eens kijken in Friesland en Drenthe en plattelanders vergapen zich aan de grote stad. Dankzij de spoorwegen worden de provincies steeds beter met elkaar verbonden en afgelegen gebieden uit hun eeuwenlange isolement gehaald. De verbindingen in Nederland werden steeds beter en niet alleen door de trein. Langs de spoorwegen werd koperdraad gelegd voor een andere uitvinding: de telegrafie. Ieder treinstation kreeg een telegraafkantoor voor het versturen van telegrammen. Een bericht hoefde niet langer per brief te worden gebracht, maar kon over grote afstand worden doorgeseind. In de tweede helft van de 19de eeuw werden er allemaal elektriciteitsdraden gelegd, waardoor mensen via morsetekens heel snel van de ene kant van het land naar de andere kant informatie konden uitwisselen. En dat betekende natuurlijk dat het nieuws of informatie over prijzen en maar ene en de andere kant van het land elkaar natuurlijk veel sneller bereikten. En daardoor krijg je wel het gevoel misschien dat de wereld kleiner wordt.