O, ben ik al begonnen? Koedemorgen, eh goedegoedemorgen, vandaag wil ik jullie eens iets vertellen over een belangrijk dier: de koe. Moet je horen.
De meeste koeien die je ziet zijn wit met zwart, of wit met rood gevlekt. Persoonlijk vind ik de wit met roodgevlekte koeien natuurlijk het mooist, maar goed, waar was ik? O ja, die koeien geven melk, niet een beetje, maar heeeeel veel.
Stel dat je voor de hele school pannenkoeken wil bakken, dan heb je veel melk nodig, en meel natuurlijk hè?
Om genoeg pannenkoeken te hebben voor alle kinderen heb je niet tien koeien nodig, maar één koe! Eén koe voor duizend pannenkoeken! Waar komt al die melk vandaan?
Die melk komt uit haar uier. De koe eet gras en hooi en daar maakt ze melk van. De koe lijkt wel een fabriek. Een melkfabriek op poten!
Twee keer per dag, ‘s ochtends en ‘s avonds, wordt de koe gemolken. De boer heeft een machine die de melk uit haar uier zuigt.
Tjongejonge, wat heb ik opeens zin een pannenkoek. Ik ga even pauze houden, ik ben zo terug, hoor.
Mmmm, een pannenkoek is het lekkerste dat er is.
Eh, waar was ik gebleven?
Juist, de koe. De koe is een vrouwtjesdier. Het mannetjesdier is een stier, en hun kind heet kalf.
De koe woont op een boerderij. In de winter staan alle koeien op stal en als het lente wordt gaan de meeste koeien naar buiten.
En terwijl de koe in het weiland gras eet, drinken wij hun melk op. En eten we kaas die van hun melk is gemaakt. En boter. En vla. En yoghurt. En pannenkoeken , met meel dan hè!
In andere landen worden koeien en stieren wel eens gebruikt als tractor. Ze zijn namelijk ook heel erg sterk. Ze trekken een kar met spullen, of ze werken samen met de boer op het land.
Of ze helpen het gras kort te houden.
Ik heb echt respect voor die beesten.
Misschien begin ik later wel een boerderij, en dan eet ik elke dag pannenkoeken.
Tot wezels, eh koedendag, hèhè.