Als ik “Mexico” zeg, wat denk jij dan? Een sombrero? Of een cactus? Of Zorro! Of een cowboy? Of gitaren? Ja, dan heb je bij alles gelijk, want dat zijn inderdaad allemaal 100% Mexicaanse dingen. Maar het zijn wel allemaal dingen van na de Spanjaarden. Nou ja, op die cactussen na, want die groeiden er natuurlijk al in de tijd van de Indianen.
Ja, en daar wil ik het nou eens over hebben: over de Indianen. De Indianen in de tijd van de cactussen, van voor de Spanjaarden. De Azteken, de Maya’s, de Zapoteken , wat is er eigenlijk van hun overgebleven? Als er al iets overgebleven is natuurlijk, want die Spanjaarden zijn wel heel heftig tekeergegaan. Misschien is de enige plek waar je het pré-Spaanse Mexico nog kunt zien wel in het museum. Tja, want misschien hebben de Europese Missionarissen en ziektekiemen het huidige Mexico wel volledig afgesneden van zijn verleden. Ja, en dan zijn die cactussen nog beter af, want die groeien nog elke dag! En dat kan je van de Azteken en de Maya’s niet meer zeggen, want die staan alleen nog maar achter glas en in boeken. Echt geen levende cultuur dus. Nee, dood. Zo dood als een pier.
Maar misschien is dat wat overdreven, want er zijn wel Mexicanen die de pré-Spaanse tradities gebruiken en in ere proberen te houden. Kijk hier: de conchiéros, oftewel: dansende Azteekse krijgers. Of hier: mannen die een balspel spelen, een spel dat in de pré-Spaanse beschaving heel erg belangrijk was. En elke stad had wel zijn eigen balspelveld en dat was vaak in het hart van het ceremoniële centrum. En hoe en waarom het precies gespeeld werd, dat is niet bekend. Sommigen zeggen, dat het iets religieus was en dat de spelers de bewegingen van hemellichamen moesten nabootsen.
Nog zo’n oude gewoonte is de Dans van de Vliegende Mannen. Met vier mannen klimmen ze bovenop een paal met daarop een vierkant met vier touwen. Ze wikkelen het touw dertien keer rond hun lichaam en storten zich met gespreide armen naar beneden. In steeds grotere cirkels draaien ze dertien keer rond de paal, bij elkaar 52 rondjes. Net zoveel als het aantal jaren van de Indiaanse kalender.
En kijk hier: de “Pulqueria”, gezellig, hier drinken ze geen bier, maar pulque , net zoals de oude Indianen. Dat is het sap van de agaveplant. Vroeger werd dit gedronken tijdens rituelen, nu gewoon na het werk of na school. Tja, en zo zie je maar, dat het oude voor-Spaanse Mexico nog steeds in alive is, maar misschien niet echt kicking. Want uiteindelijk is het alleen maar folklore en speelt het zich alleen maar af in de marge, in de vrije tijd van de mensen. Indiaantje spelen, voor de kost of voor de fun. Het heeft geen echte invloed op het doen en laten van de mensen. Of toch, liggen er toch sporen van de Maya’s en de Azteken in het dagelijks leven van de Mexicanen? In de stad is dat misschien wat minder te zien en zit de Indiaanse invloed alleen in de ziel van de mensen en hoe ze in het leven staan en met de dingen omgaan. Dat is natuurlijk moeilijk te zien.
Maar op het platteland in de bergen zie je wel duidelijke sporen van de voor-Spaanse tijd. In Chiappas en Guatemala bijvoorbeeld stamt een groot deel van de inwoners direct af van de oude Maya’s. Mensen die nog steeds hun eigen Indianentaal spreken. Hier wordt geen Indiaantje gespeeld, dit zíjn Indianen! En niet alleen in hun vrije tijd.
Zo is het versieren van tanden nog steeds heel populair. Tja, een ster op je tanden is heel cool bij de Maya’s. Vroeger bij de Maya’s was het versieren van de tanden een privilege van de edelen en de koningen. Ze vijlden hun tanden of zetten er een jadesteen in. En kijk hier: deze vrouwen weven nog steeds zoals 1000 jaar geleden. En dat is niet alleen folklore, het weven heeft nog bijna dezelfde betekenis als vroeger. Zo kan je aan kleding van een vrouw zien uit welk dorp ze komt. En zitten er in de moderne stoffen nog steeds dezelfde figuren als op kleding die je ziet op oude vazen, tempels en paleizen.
Weven is voor de Maya’s meer dan alleen maar kleding maken: weven zegt veel over hoe de Maya’s in het leven staan. Ja, ik durf zelfs te beweren, dat het weven voor de Maya’s leven ís, net zoals de stof tot leven komt door draden door elkaar heen te halen, zo zou dat ook wel eens in het echte leven kunnen zijn.