Cornelis Lely bedacht in de 19e eeuw een dijk tussen Noord-Holland en Friesland. Hierdoor zou een einde komen aan overstromingen door hoog water. Bovendien zou veel vruchtbaar land ontstaan. Een slim plan. Hij werd minister en maakte er zijn levenswerk van om dit plan uitgevoerd te krijgen. en dan hier een dijk, polder, polder en dan hier nog een polder. Maar de politiek maakte er geen geld voor vrij. Zou dit nieuwe land wel geld opbrengen. Bovendien, alle aandacht ging uit naar de dreiging van de eerste wereld oorlog. Maar door die oorlog ontstond hongersnood. Door inpoldering van de Zuiderzee komt meer landbouwgrond beschikbaar. Meer landbouwgrond is meer eten. We hebben meer land nodig! In 1916 ontstaat watersnood. De dijken rond de Zuiderzee breken door. Er staat zoveel land onder water dat de koeien uit ondergelopen gebieden moesten worden ondergebracht in Amsterdam. Dus wat ik (Cornelis Lely) al zei: Polders. Dijk, polder, polder, polder. Minder water, meer eten. Kunnen die koeien lekker grazen. Ze zouden eigenlijk een stad naar me moeten vernoemen.