Er zijn woorden die eindigen op heid, zoals snelheid, en woorden die eindigen op teit, zoals majesteit. Je schrijft ze anders dan je denkt, let maar op:
Hier zijn de woorden met heid.
Heid, heid, het is een feit.
Hoor je aan het einde hijt?
Dan schrijf je heid!
Die dief spreekt niet de waarheid (heid!).
Vakantie, dat is vrijheid (heid!).
De flitspaal checkt je snelheid (heid!).
Dat kunstwerk! Wat een schoonheid (heid!).
Dus heid schrijf je in veiligheid.
En heid schrijf je in moeilijkheid
Ook schrijf je heid in eenzaamheid.
En (smerig, zeg!) in viezigheid.
Dan is het nu tijd voor de woorden met teit. Alleen de tijd van de klok.
schrijf je dan weer niet als teit, maar deze woorden wel:
Teit, teit, het is een feit.
Hoor je aan het einde tijt?
Dan schrijf je teit!
Bah, wat een slechte kwaliteit (teit!).
Een koning noem je majesteit (teit!).
Mijn broer zit in de puberteit (teit!).
Pas op met elektriciteit (teit!).
Schrijf teit in universiteit.
Schrijf teit in muzikaliteit.
Schrijf teit ook in sportiviteit.
En (lekker puh!) brutaliteit.