Wat was er eerst, de kip of het ei? Met die vraag houdt de mens zich al duizenden jaren bezig, van filosoof Aristoteles tot natuurkundige Stephen Hawking. En met succes, want dankzij de evolutietheorie zijn wetenschappers heel zeker: "Het ei kwam eerst. Het werd alleen gelegd door een vogel die geen kip was." Al zijn er natuurlijk ook mensen die zeggen... Nee, wacht, daar gaan we het in deze video niet over hebben. Want deze video gaat niet over of de kip of het ei eerst was, maar over welke kip er in het ei zit: een mannetje of vrouwtje. Een uitkomst van levensbelang, omdat een haantje (man) geen eieren legt en een hennetje (vrouw) wel. Dus willen kippenboeren een vrouwtje. En die haantjes dan?
"Ik weet niet meer precies hoe het zit." Je weet niet wat ermee gebeurt? "Nee." "Die worden toch gewoon geslacht voor vlees?" "Vast iets ergs, anders zullen jullie dat niet vragen denk ik." "Ook nooit over nagedacht eigenlijk, nee. Nee, ik ook niet."
Kleine spoiler: Het loopt jaarlijks met 40 miljoen haantjes in Nederland slecht af, al is er ook steeds meer hoop voor de haan. "De motie Beckerman-Vestering over een verbod op het doden van haantjes. Wie is voor deze motie?"
We beginnen bij het eierschap in de supermarkt, waar voor jou als consument veel keus is. Wit of bruin, scharrel, vrije uitloop of biologische eieren. Het heeft allemaal invloed op het leven van de kip. Bijvoorbeeld of ze met vijf of negen kippen per vierkante meter zitten, wel of geen daglicht zien en wat voor soort voer ze krijgen. Al die eieren komen van de vrouwelijke legkip. En dat is weer een ander kippenras dan de vleeskip. Die worden gefokt en gehouden voor, de naam zegt het al, hun vlees. Het worden ook wel vleeskuikens genoemd die na zes tot tien weken worden geslacht en dus überhaupt niet oud genoeg worden om zelf eieren te leggen. Daar maakt het geslacht niet zoveel uit. Ook haantjes van vleesrassen kunnen worden vetgemest. Het probleem voor de haantjes zit 'm dus echt bij de legrassen die er zijn voor jouw eieren. En een haantje, die legt ze niet.
Al die kippen leven op 2000 bedrijven in Nederland. Het zijn er samen 100 miljoen, waardoor er op veel plekken in ons land meer kippen leven dan mensen. De Nederlandse pluimveesector is hoogontwikkeld en enorm gespecialiseerd met losse bedrijven voor het fokken van kippen, het uitbroeden van de eieren, het grootbrengen van de kippen en het houden van ofwel vleeskuikens, ofwel leghennen. OK, dus waar blijven dan die haantjes? Daarvoor moeten we naar het begin van de keten. De broederij, waar ze eieren met daarin de legkippen machinaal uitbroeden. De helft bevat een mannetje en de andere helft het zo geliefde vrouwtje. Dus worden kuikens na het uitkomen gesekst. Klinkt een beetje vreemd, maar is echt een kunst. Door te kijken naar de vleugelveren, bepaalt een sekser razendsnel of het om een haantje of een hennetje gaat. Zijn de veren even lang, dan is het een mannetje en zit er verschil in de lengte, dan is het een vrouwtje. En voor de helft van die kuikens, de haantjes, stopt het leven daar na één dag. Elk jaar worden er zo 40 miljoen haantjes in Nederland vergast en als diervoer verkocht, bijvoorbeeld aan dierentuinen. Sommige landen kiezen voor een andere methode, de shredder. Het is nogal een contrast met het klassieke beeld van een paar kipjes en een haan op het erf, dus hoe is die keten zo geworden? Het heeft alles te maken met efficiëntie, want na twee wereldoorlogen en veel honger besloot de overheid dat voedsel goedkoper en op grote schaal geproduceerd moest worden. En kippen broeden werd een vak. Miljoenen kippeneieren gaan er elk jaar in ons land de broedmachines in. Dankzij die efficiëntie werd honger iets van vroeger, voedsel goedkoper en ontstond die harde zakelijke wereld van de mensen waarin de haantjes om economische redenen minder gewenst zijn. Ze eten maar voedsel en leggen geen eieren. Ook bij andere diersoorten zijn de mannetjes het bokje, zoals bij stieren en bokjes, die geen melk geven en waarvan het vlees niet populair is.
Terug naar het doden van die eendagskuikens. Lang was er geen haan die ernaar kraaide. Maar in de loop der tijd ontstaat er steeds meer ongemak over. Een aantal dierenartsen maakt bezwaar en dierenwelzijnsorganisaties noemen het onethisch. Dus volgt er in 2008 een onderzoek naar de alternatieven. Eén daarvan is het bepalen van het geslacht als de kip nog in het ei zit, al was het op grote schaal uitvoeren daarvan toen wel een heel futuristisch idee, maar inmiddels niet meer.
Dit is een machine waarmee je van broedeieren het geslacht kan bepalen. Hier komen de eieren de lopende band binnen en in dit station gaan we een heel klein sampletje, een klein monstertje uit dat ei halen. Een druppel vloeistof halen we eruit. Daar zit een stof in die verschilt tussen mannetjes en vrouwtjes. Dus wij weten op basis van het druppeltje: dit is een mannetje of vrouwtje. Het gaatje dat we in het ei maken, dat is echt maar iets meer dan een millimeter groot. En dat maken we ook eigenlijk gelijk weer dicht nadat hij open is geweest. Dus dat dat ei merkt er eigenlijk niet veel van. Wat we dan doen, hier zitten stempelaars en die stempelen een ei roze of blauw, mannetje of vrouwtje. Dat kun je zien, deze is gestempeld. Het is een mannetjesei. En hier kun je de vrouwtjeseieren zien. Dat betekent dat we die uit kunnen laten komen en deze zullen nooit uitkomen. Dit is een hele bijzondere techniek. Uit Zuid-Amerika, Zuidoost-Azië, de VS is er heel veel interesse in dit onderwerp.
En er zijn nog een paar Nederlandse en Duitse bedrijven waarvoor geslachtsbepaling inmiddels een eitje is. De Dierenbescherming noemt dat een mooie stap, maar wijst ook op de alternatieven, zoals de haantjes van legrassen wel gewoon laten leven en hun vlees verkopen. Het komt ook wel voor, maar op kleine schaal, omdat de kosten voor al dat extra hanenvoer hoger liggen.
"12 weken of één dag. Wat maakt dat nou eigenlijk uit?" "Wel leven of geen leven, dat is het verschil." En de consument moet dat wel willen betalen. "Ik zou wel extra betalen." "Ik zou dat wel doen. Ja, ik vind dat heel belangrijk om daaraan bij te dragen." "Liever dat ze vrij rondlopen natuurlijk." "Stel, ik zou 1 euro extra moeten betalen voor een pakje, doosje. Dan zou ik dat er wel voor overhebben denk ik."
Daarmee zijn we terug bij de supermarkten. Een aantal ketens verkoopt inmiddels al de iets duurdere eieren zonder kuikendoden. Daarmee volgen ze de Duitse supermarkten. En Duitsland speelt een belangrijke rol in dit verhaal. En die begrijp je als je ziet waar de Nederlandse eieren belanden. Twee derde gaat naar Duitsland en daar is het doden van eendagskuikens vanaf volgend jaar verboden. Duitse supermarkten zijn er als de kippen bij. Dus moeten Nederlandse pluimveehouders zich nu al aanpassen als ze straks aan Duitsland willen verkopen. In Nederland is het nog niet zover, maar nu geslachtsbepaling op grotere schaal wordt ingezet, vindt ook Den Haag dat het tijd is voor een verbod. "De motie Beckerman-Vestering over een verbod op het doden van haantjes. Verbod op haantjes, PVV? Voor, ja. Dan is de motie aangenomen."
De minister moet daar nog mee aan de slag en dus ligt de bal voorlopig nog bij de consument en is het afwachten welke eieren ze kiezen voor hun geld.