De Galapagoseilanden en er zijn hier honderden verschillende soorten dieren en planten. De Galapagoseilanden liggen zo’n 1000 kilometer uit de kust van Zuid-Amerika. De weten-schapper Charles Darwin heeft hier meer dan 150 jaar geleden een groot deel van zijn onderzoek gedaan. Er zijn grote eilanden, maar ook heel kleine. En de natuur verschilt van eiland tot eiland. Darwin zag al snel, dat er hier ook veel dieren leven. In allerlei kleuren, soorten en maten. Darwin ontdekte dat dieren zich aanpassen aan de leefomgeving waar ze wonen. Zo leven er op de Galapagoseilanden geen roofdieren. Dat komt, doordat de eilanden ver van het vasteland liggen en dus hebben de dieren hier geen natuurlijke vijanden. De dieren zijn daardoor extreem tam geworden. Voor mensen zijn ze niet bang, dus je kunt heel dicht in de buurt komen en ze bijna aanraken.
Er leven op de Galapagoseilanden allerlei soort leguanen. De leguaan is de grootste hagedis die er bestaat. Ze zijn aangepast aan de eilanden waar ze leven. Hier zie je een grote groep leguanen zonnen op de rotsen. Opvallend is, dat de meeste leguanensoorten niet kunnen zwemmen. Maar op de Galapagoseilanden kan de zeeleguaan dat wel. Ze duiken in zee en eten zeewier van de bodem.
Een ander bekend dier op de Galapagoseilanden is de gigantische landschildpad. Hij is zeldzaam en hij is één van de grootste schildpadsoorten van de wereld.
En zo zijn er hier nog heel veel andere dieren. Bijna teveel om op te noemen. Zoals deze grappige vogel met blauwe voeten. Dit is de blauwvoetgent. En er zijn hier ook zeeleeuwen. En Galapagospinguïns. Op de Galapagoseilanden leven dieren die nergens anders voorkomen. Het gebied wordt beschermd om te voorkomen, dat de leefomgeving van deze unieke dieren- en plantensoorten zal verdwijnen.
Met materiaal uit: Beagle - In het kielzog van Darwin