Hoi, ik ben Maja en dit is Jan.
We houden allebei van fietsen, maar ik fantaseer ook veel over de Schone Slaapster.
Dan vraag ik me af hoe het is om een prinsesje te zijn.
Ik denk dat iedereen dan heel graag al je wensen wil vervullen en dat je de hele dag plezier hebt.
Als ik de Schone Slaapster was dan hoefde ik vast mijn fiets niet schoon te maken.
Dan zou iemand een fiets uitvinden die zichzelf schoonmaakt.
Dat je een wiel pakt, ronddraait en huppekee, schoon..
Au!
Hé, wat is er gebeurd?
Ben ik echt… een prinses? Is mijn knappe prins daar?
O, die kleine prinsesjes toch!
Een verrekijker? Een pratende verrekijker?
Ja, natuurlijk! Wil je me even oppakken?
Hemeltjelief, meisje! Je moet me wel goed vasthouden! Die jongelui van tegenwoordig!
Zie je hem, de held die met de snelheid van het licht op vogeltjes jaagt?
Dat is jouw prins.
In plaats van een paard, koos hij voor een prototype van een fiets, een stokpaard of een loopfiets. Interessante keuze!
Het was de eerste bruikbare tweewieler.
Nou, de tijd gaat op deze zonnewijzer niks sneller.
Jammer dat ik mijn fiets niet bij me heb..
Maja! Maja! Laten we eens kijken waar hij uithangt.
Oké, let op. Bij de fiets die erna kwam, de zogenaamde vélocipède, of ‘snelle benen’, waren de pedalen heel belangrijk.
De vélocipède was niet zo stabiel en de mensen vielen er vaak vanaf.
Nou, wat zei ik?
O, die prins toch! Hij had beter snelle benen kunnen hebben in plaats van zo’n rare fiets. Maar ja, je moet je tijd toch nuttig besteden.
Maja... Maja! Pak mij eens!
Zie je dat? Het volgende, niet zo slimme idee was om het voorwiel groter te maken.
Om op zo’n fiets te gaan zitten, was al een hele kunst.
De pedalen zaten op het grotere voorwiel, maar omdat dat zo groot was, was het heel moeilijk om het rond te trappen,
Goed zo! Maja, moet je zien wat een moeite dat kost! Hij doet het heel goed.
Die vrolijke Frans van je is hier in een wip en dan kunnen jullie samen naar huis fietsen.
Of misschien ook niet!
01.50:10
Wat ben ik toch mooi en wat heb ik een slaap. Gelukkig heeft mijn held geen paard met drie benen. Dat zou pas lachen zijn.
Toen de uitvinders doorhadden dat het voorwiel te groot was, maakten ze het kleiner.
De pedalen zaten nog wel aan het voorwiel, maar deze fiets had iets nieuws.
Een verbinding tussen de twee wielen!
Deze fiets was nog wel ’n beetje onhandig,
maar de uitvinders zaten op de goede weg.
Helaas kan ik dat niet van jouw prins zeggen.
Van dat wachten word je hongerig. Prinsesjes moeten ook eten.
Een prins trouwens ook. Al belandde deze stakker niet in een restaurant.
Hij moest zich eerst door de bosjes heen werken.
Wat heb ik toch een slaap. Ik ga maar even een tukje doen.
Lieve hemel! Ze slaapt. Net nu de prins op een echte fiets is geklauterd!
De pedalen zitten op de goede plek en zitten aan een ketting vast.
En de wielen zijn nu even groot.
Nee, het is nog geen moderne fiets en de prins heeft er nog wel moeite mee, maar hij is wel op zijn bestemming aangekomen. Al was hij wel zo moe dat hij het laatste stuk moest lopen.
Maja! Maja, wakker worden! Je prins is er.
Ik wist wel dat hij haar zou zoenen. Oef!
Jan, ben je nou al terug? Snel, op je fiets! Onderweg vertel ik je wat ik gedroomd heb.
Wacht ‘s even! Die prins leek wel erg veel op jou.