De Duitsers hadden eerst strenge grenscontroles. Hielp niet. Strenger straffen hielp niet. En dan hebben ze de dodendraad, een elektrische draadversperring opgericht langs heel de Belgisch-Nederlandse grens. Het is een driedubbele draad eigenlijk, waarvan de middelste helemaal onder stroom stond met 2.000 volt. Het eigenaardige was dus wel dat de mensen geen elektriciteit kenden en dat maakte het gevaar nog groter natuurlijk. Hoe zou jij aan zo'n draadje, een dun draadje en daaraan komen en plots dood neervallen? Dat kenden de mensen dus niet. In heel de oorlog zijn er ongeveer een duizendtal mensen gestorven aan die draad. Een deel is geëlektrocuteerd maar ook een ander gedeelte is doodgeschoten aan de draad, zowel door Duitse soldaten als door Nederlandse soldaten. Want aan twee kanten van de grens werd die draad die grensstrook ook heel streng bewaakt. Men wilde absoluut nadat leger gaan en dan was men inventief genoeg om die draad te trachten te passeren, te overwinnen. En daar had men wel attributen voor ontwikkeld in de loop van de tijd. Verdorie, de Duitsers hebben die een draad hier neergezet omdat ze denken dat ze ons kunnen verhinderen naar Nederland te vluchten om zo bij het Belgische leger te kunnen komen. En spionageberichten, die wilden ze ook niet doorgelaten. Maar we hebben daar wel een middeltje voor. Voila. Nog een draad. Zo geraken we er toch door. Voila Duitsers. De berichten zijn aan de andere kant.