Ik heet Lolulu. En ik ben Malalua.
Hee, kom op!
Ik weet iets leuks om met de auto's te doen.
Haal jij de watercontainer?
Daar is een termietennest.
Termieten zijn net kleine mieren. Ze wonen in deze berg van klei.
Met die klei maken we kleine dieren!
Eerst krabben we wat klei los en mengen het met ons water.
Zo krijgen we lekker veel modder.
Eerst kneden we het met onze schoenen en dan maken we mooie beestjes van klei.
Lolulu wordt altijd snel boos als iets niet wil lukken.
Je moet geduld hebben om de dieren te maken.
Ik gebruik altijd een beetje spuug om ze glad te maken.
En nu heb ik een dier af.
Het is een koe.
Die van mij is een olifant, met stokjes als slagtanden.
Dit is een os.
Kijk, dit is de koe van Lolulu.
En dit is een kameel.
Nu hebben we veel dieren.
Kom, dan gaan we ze aan oma laten zien.
Oma vindt de dieren heel mooi.
We geven haar een koe van klei.
De andere dieren zetten we in onze auto's en we rijden ze rond door het dorp.
We hebben helemaal zelf superleuk speelgoed gemaakt.
