Als ik dan bekijk hoeveel ellende dat zich hier afgespeeld heeft, terwijl dat hier de rijkdom uit de bodem werd gehaald en alles besteed werd aan een economisch kerngebied hebben, dat was het midden van het land. Eigenlijk zeg je dan gewoon ik neem het risico dat ik daar alles weghaal, daar alles heen breng en we laten in die regio maar een van de armste economieën van Nederland worden, want dat is het gevolg geweest. In deze tijd is Groningen bij de rest van Nederland vooral bekend door het aardgas dat er uit de ondergrond komt. Maar Groningen heeft altijd al een rijke bodem gehad. In de 19e eeuw wordt er turf uit de bodem gehaald. En op de vruchtbare grond wordt het beste graan geoogst. Groningen in de uithoek van het land, is en was heel belangrijk voor Nederland. Maar de Groningse arbeiders hebben hier niet altijd de vruchten van kunnen plukken. We gaan terug naar de 19e eeuw. De tijd van de ‘Graanrepubliek’. Waar vooral de boeren van profiteren. Het verschil tussen arm en rijk is hier in Groningen in de 19e eeuw heel groot. De graanboeren worden door recordoogsten herenboeren. Ze heersen over hun arbeiders en veranderen hun boerderijen in steeds maar groter wordende pronkpaleizen. Het is wel een mooi plaatje, zo! Een soort herenboer eigenlijk. Ja en dan met dit weer. Hai, goeiemorgen! Het Is een heel mooi ja gebied vind ik zelf. Ik ben hier... Ik heb m'n hart weer wel aan verpand. Rijkdom en armoede, strijd. Het heeft hier gevonkt en geknetterd. En je hebt die pronk gevels. Ja, en die staan er allemaal nog. Ja, die zijn echt ongekend. Ik heb ze nog ja, had ze nog nooit zo gezien. Het is uniek hoor. Hoe Boerderijen als deze op een gegeven moment, zeg maar gewoon 3040 arbeiders in dienst hadden in de oogsttijd en die ook weer ontsloegen als de oogst klaar was. Die extreme rijkdom en die tegenstellingen en dat maakt die graanrepubliek zo bijzonder. Er zijn verhalen dat de arbeiders achter bij het erf kregen uitbetaald. Alsof de boer z'n kippen stond te voeren. Die dubbeltjes mochten ze oprapen op de grond. Nou, dat soort verhalen, daar zit pijn. Oh, kijk eens aan. Hier is nooit een arbeider binnen geweest. Mmm. En niet één keer dat een arbeider een voet over de drempel zou hebben gezet van deze kamer. Dat was ondenkbaar. Ja, echt gescheiden werelden, echt gescheiden. Dat gebeurde allemaal aan de achterkant. Ja. En er is zoiets als de champagne jaren. Ja. Nou ja, dat, dat vond hier dan plaats. Ja, die champagne hoorde dan op een gegeven en bij het ontkurken van de flessen ook in oogsttijd. Van Wij hebben weer een oogst van overvloed. Die gaan we nu binnenhalen. Daar hoort champagne bij. Perioden zeg maar in de negentiende eeuw. Ook dat deze rijkdom zich heeft opgebouwd, opgehoopt. Het kon niet op. De boeren gingen dansen in een hotel net over de grens. Daar gingen ze met de koets heen. Dansavonden op zaterdagavond. Ze gingen tennissen. En dan gingen ze op safari in de winter naar Tanzania. Terwijl je weet dat een eindje verderop begonnen daar dus de arbeiders in de winter honger te lijden. Gouden tijden voor de boeren. Maar de arbeider is ontevreden. Het blijkt vruchtbare grond voor de opkomst van het communisme in Groningen. Als je deze beelden dan ziet en die grote verschillen hoort, kan je dan een directe lijn trekken naar de opkomst van het communisme hier in dit gebied? Ja lijkt me wel. De herenboeren hebben dat eigenlijk zelf veroorzaakt. Ze werden groot in champagnejaren negentiende eeuw. Rijkdom. Je moet vorige eeuw voorstellen dat er dus oogsten van overvloed waren. Recordoogsten, graan bracht veel op in de Korenbeurs in Groningen. Het werd hier hoog opgetast en dan een paar honderd meter verderop in de winter honger, gebrek, bittere armoede. Het Was gewoon wanhoop. Het Was ellende. En daar is een vonk. En ja, de vonk is van buitenaf gekomen. Ze. Ze richten hun hoop op achter de horizon, op het Sovjet communisme. Het gaat goed met de graanoogsten en ook de Nederlandse staat ziet dit. Politicus Sicco Mansholt besluit tot schaalvergroting. De boeren stichten nog grotere boerderijen. En de boeren blijken inventief. Van het restproduct van graan, stro, besluiten ze karton te gaan maken. De strokartonfabrieken schieten als paddenstoelen uit de grond.
Maar net als bij de graanoogsten, zijn het vooral de boeren en de fabriekseigenaren die het grote geld verdienen. Eind jaren zestig ontstaat er onvrede onder de arbeiders in de karton industrie. De lonen zijn te laag. Fré Meis, de voorman van de communistische partij, roept op tot staking. Toen hij op de Wedderweg op een zeepkist stond, was ik er ook, met m'n schoonvader. We moesten horen wat hij te vertellen had. Hij zei tegen de mens en van nou gaan we maar staken want anders krijg je dat geld nooit. Hij zei tegen de mensen van nou gaan we maar staken want anders krijg je dat geld nooit. En die arbeiders die staan dus op het standpunt dat ze een behoorlijke loonsverhoging willen hebben. Willen ze iets van de achterstand bij de Randstad al wegwerken. En dat is dus ƒ 25 voor de continu dienst, ƒ 30 voor de dagdienst. Achterstand bij de randstad? Uh, ze hebben meer achter staan waarschijnlijk, maar ze willen in elk geval beginnen om die achterstand weg te werken. Dat hier eigenlijk een behoorlijk loon kunnen verdienen. Ja, daar gaat het om. Zijn de lonen zo verschrikkelijk slecht? Hier vertelt u daar eens over. Ik heb drie kinderen. Meneer en ik hebben onder 150 gulden en een paar cent. Ja. Nou, dat vind ik niet genoeg. De lonen liggen hier beslist 25 tot 30 gulden lager als verdere Holland in. Ze hebben nu 130 gulden in een weekje. Houden ze over. Ik vind dat ze meer moeten verdienen. Mogen ze dan in de andere steden meer verdienen als hier in Oude Pekela? Deze mannen doen hun werk toch ook? En dan minder verdienen. Nee ik zou ook niet weten waarom. Ze hebben ook gelijk dat ze zeggen we willen meer hebben. En.. nieuwe concurrentie voor de landarbeider ligt op de loer… Na de Tweede Wereldoorlog is het eigenlijk gedaan met die arbeider. En hier gaat de maaidorser over en de naam zegt het al, het is gemaaid en gedorst en dat kan de boer zelf. Ja, hij had zich geen knechten meer voor nodig. Einde verhaal van de landarbeider. Ja, absoluut ja. Ja. En eigenlijk ook van de herenboeren, want dat werden gewone boeren. Ze moesten weer boeren ook. Ja, ja, ze moest op te trekker. Fusies en automatisering om de productie te kunnen verhogen waren er de oorzaak van dat het aantal strokarton en aardappelmeel fabrieken sinds de jaren vijftig bijna gehalveerd werd. Al met al gingen d'r in de loop der jaren een paar duizend arbeidsplaatsen verloren. Dan gingen ze natuurlijk vertellen van joh: hij gaat dicht. Nou, er zijn wat asbakjes gesneuveld daar. Dat. Ja. Heleboel mensen die werden ook in een klap werden ook weer werkloos. En je zag het hier langzamerhand verpauperen. He de kartonfabrieken gingen dicht. Het NoordNed ging dicht. De matrassen fabriek ging dicht, Optilon ging dicht... Het ging allemaal weg en er kwam niks voor terug. Ja dit is in de jaren 70… Toen is dit allemaal gesloopt. Hier is wel 10 tot 20 jaar niks aan gaedaan. Maar ze hebben het ook nooit afgebroken. Hij staat misschien wel 50 jaar stil. Ja, hij staat misschien al wel 50 jaar stil. Dat ze hem nooit hebben afgebroken. De lege fabrieksgebouwen zijn de erfenis van de gouden tijden. Maar de Groninger zelf heeft weinig geprofiteerd van de winsten. Hij zit helemaal onder de spinnenwebben. Ik zal er een paar weghalen. Fré Meis, hij leeft al meer dan dertig jaar niet meer. Maar ja, zijn gedachtegoed en zijn erfenis is nog meer dan springlevend hier. In Oost-Groningen is de communistische partij nog altijd een factor om rekening mee te houden. Het communistische hart klopte toen en klopt nog altijd. En dat is niet zomaar. Er is hier een ja diepgeworteld wantrouwen tegenover mensen met macht, mensen met geld. We zouden graag met de kamerleden willen discussieren over het vraagstuk: waar de winsten van de rijkdom in de bodem van de provincie Groningen, Friesland en Drenthe zitten.. waar die eventueel aan zouden kunnen worden besteed voor een deel aan onze provincie en andere provincies in het noorden van de grond te krijgen? Geen werkgelegenheid voor ons, ik durf wel te zeggen: zijn wij geen Nederlanders? Wij horen toch ook gelijk bij u, daar in het Westen? Ik dacht dat als de kamerleden hun verstand gebruiken, dat ze eindelijk concreet iets aan het Noorden kunnen gaan doen. We willen werkgelegenheid en industrie. Groningen is het afvoerputje van Nederland. Ja. Nog steeds? Ja, door steeds. En dan gebeurt er niks. Er gebeurt nog steeds niks. En dat is erg. Ik vind dat erg. Echt waar. Ja. Ja, ik vind dat gewoon uh, niet normaal. Als ik dan bekijk hoeveel ellende dat er hier heeft afgepeeld, terwijl de rijkdom uit de bodem werd gehaald. En alles dan besteed werd aan het economisch kerngebied… Dat was het midden van het land. Eigenlijk zeg je dan gewoon ik neem het risico dat ik daar alles weghaal en daar alles heenbreng en we laten die regio maar één van de armste economieën van Nederland worden. Want dat is het gevolg geweest.