Dat het mogelijk is om zonder subsidie succesvol te worden bewijst Daan Roosegaarde. De 32-jarige kunstenaar reist met zijn interactieve installaties de hele wereld rond. Hij houdt twee studio’s draaiende waarin ongeveer 20 man met nieuwe mediatechnieken werken aan zijn projecten. Eén studio middenin Sjanghai, de andere op een bedrijventerrein in Waddinxveen.
“Ik weet nog wel dat toen ik op de Kunstacademie zat dat er heel veel sentiment was, hè, dat het dus echt dat het ging om een soort pure zelfexpressie en je alleen op een atelier met een soort geniaal idee wat je dan perfect ontwikkelt en dan wordt ontdekt door een heel beroemd museum of galerie. En ik heb daar nooit echt zo in geloofd. Bijvoorbeeld hè, toen ik in de Kunstacademie in het derde jaar een BTW-nummer aanvroeg zodat ik 19% belasting kon terugkrijgen, werd dat echt als een soort not-done beschouwd hè, dat was heulen met de Duivel, dansen met de Belastingdienst, terwijl ik zoiets had van: “ik kan gewoon 19% meer kunst maken!” Dus dat poëtische, dat pragmatische en dat praktische liep al vanaf dag 1 er altijd doorheen. Ik denk dat het veel meer gaat over hoe je je visie en vakmanschap met elkaar kan vermengen. Dus dat is een team van mensen hè, dat zijn software- en elektronica-engineers, ontwerpers, architecten. En samen werk je aan een soort idee om dat te materialiseren.”
“Wat je hier ziet is Dune, eigenlijk een landschap gemaakt van honderden fibers die zich eigenlijk oplichten op basis van het geluid en de beweging van mensen. Dit is net teruggekomen uit de Biënnale van Sidney. Dit idee was eigenlijk om een soort natuur en technologie met elkaar te versmelten om een soort landschap te maken wat reageert op je zintuigen. We noemen dat “Techno Poëzie” om het zo maar te zeggen.”
“We werken voor gemeentes die echt openbare kunstwerken willen hebben, maar we gaan bijvoorbeeld ook echt innovatietrajecten aan met grotere bedrijven die willen nadenken over “wat is nou de toekomst van design?”, “wat is de toekomst van, ja, hun product?” en die gaan we dan gewoon effe lekker goed gek maken van wat er allemaal kan en wat we allemaal willen.”
“Je wil echt dingen gaan toepassen, je wil dingen gaan updaten, je wil dat nieuwe landschap gaan vormgeven. Het is eigenlijk het eerste stukje smart highway wat we aan het realiseren zijn. Je moet je voorstellen: het gaat vriezen, dan komen opeens deze kristallen in het wegdek tevoorschijn, een soort dynamische verf die we hebben ontwikkeld en als het dan weer warm wordt, dan verdwijnen ze weer, als sneeuw voor de zon. En je merkt dat die projecten gewoon steeds groter worden en steeds meer landschappelijk en dat is heel fascinerend.”
“Doordat je gelooft in de ideeën die je hebt en ook daarin gaat investeren hè, dus mensen gaat zoeken en heel veel “nee” zegt, waardoor je een goede “ja” krijgt naar klanten toe. We zeggen heel veel “nee” ook. We creëren een soort waarde. En dat vind ik heel belangrijk. En dat is een ideologische waarde dat je wil nadenken over toekomst en voorstellen wat te doen. Maar je creëert ook weer een waarde van, ja, dat jij kan bepalen wat iets kost en dat vind ik heel spannend. Het gaat uiteindelijk om de verbeelding, het gaat uiteindelijk om de poëzie. Weet je, ik wil gewoon niet over 80 jaar worden opgegraven door een curator van Kröller Möller die zegt van “hoh, best wel interessant, daar moeten we iets mee doen!”. Ik wil nú iets doen! Dus dan moet je een soort engagement uitlokken.”
“En je merkt, dat die projecten gewoon steeds groter worden en steeds meer landschappelijk, en dat is heel fascinerend. Dus we krijgen nu eindelijk de kans om echt dat Nederlandse landschap te updaten voor havenbedrijven, Maasvlakte Twee, gaan ze 15 windmolens plaatsen waarin ze eigenlijk die windmolen bijzonder wilden maken. En wat we eigenlijk deden: dat we letterlijk een soort lijnen begonnen te trekken tussen de wieken die doordat ze elke keer anders zijn, ja, een soort spel van licht, er wordt een 7 en een halve kilometer lichtkunstwerk geplaatst in het water, maar naarmate er meer of minder wind is er meer lijnen bij komen. Dus eigenlijk kan je mijn kunstwerken misschien wel zien als een soort voorstellen voor, ja, voor die nieuwe wereld waarin technologie en innovatie, en emoties weer een nieuw soort relatie met elkaar vinden.”