Het gebeurt allemaal ver weg van Nederland, achtduizend kilometer verderop. Daar ligt Curaçao, in de Caribische zee, vlakbij Zuid-Amerika.
Het regeringsgebouw staat in Willemstad, de hoofdstad van het eiland. Veel kinderen op het eiland praten Nederlands. En dat is niet zo vreemd want Curaçao was vroeger een kolonie van ons land.
Nederland is heel lang verbonden aan het eiland. Dat kwam door de handel. Nederlandse schepen voeren eeuwen geleden over de hele wereld, en veroverden ook allerlei gebieden.
In de Caribische zee bezetten de Nederlanders een aantal eilanden: Aruba, Curaçao, Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten.
Geld en macht daar gaat het de Nederlanders om in die tijd. Zij halen zelfs slaven uit Afrika naar Curaçao om hen te verkopen aan blanke boeren daar of aan landen in de buurt van Curaçao.
Dat veranderde allemaal, maar ook in de moderne tijd bleef Curaçao, net als de andere eilanden in het gebied bij Nederland horen.
Op het eiland vind je ook nog overal sporen van die koloniale tijd. Veel straten hebben Nederlandse namen.
Twee jaar geleden werd een nieuwe manier bedacht om de eilanden te regeren. Het gebeurt met een officieel feestje. Ook Prins Willem Alexander en Maxima zijn van de partij.
Voor Curaçao werd besloten dat het wel bij Koninkrijk der Nederlanden zou blijven, maar dat het eiland een eigen regering krijgt. Die kan zelfstandig beslissingen nemen. Nederland houdt van een afstandje een beetje in de gaten of het goed gaat.