Rob Gaasterland is componist. Hij speelt piano en gitaar. Maar Rob verzint ook muziek. Dit is dan een droevig muziekje, als je dit onder een bepaalde scène doet waar iemand gewoon loopt en je zet deze muziek erbij, dan weet je gelijk: "die man, die is droevig". En zo kan muziek heel belangrijk zijn.
Sophie, ga jij eens naar buiten, dan zal ik je eens wat laten horen. En dan moet je zo je hoofd om de deur heen steken, ja, als ik "ja" zeg? Ja. Okay. Ja! Spannend. Dat is eng hè? Nou gaan we precies hetzelfde doen met een ander muziekje. Toe maar! En? Nu gaat er iets leuks gebeuren! Zie je hoe belangrijk muziek kan zijn onder films?
Rob, jij maakt muziek, maar je schrijft ook liedjes? En als je een liedje maakt, hoe begin je dan? Nou ja, voor een liedje heb je natuurlijk ook een tekst nodig en dan meestal komt er iemand met de tekst aan, en als het een goede tekst is, dan lopen de woorden vanzelf en dan als je die woorden herhaalt, dan hoor je vanzelf een soort melodie en een ritme. En dan ga ik achter de piano zitten en dan volgen de akkoorden meestal al wel vrij snel vanzelf.
Soms maak je ook nummers in muziek, omdat je vol zit van een bepaald gevoel en dat zit dan in je, en dat moet er dan uit. En dat kan op de gekste momenten kan je dan inspiratie krijgen. Ik heb heel lang, 12 jaar lang, een poesje gehad en zo'n heel lief zacht zwart poesje, en die was zo'n onderdeel van mijn leven geworden, en toen ie overleden was, toen heb ik daar ook een liedje voor gemaakt, omdat ik altijd in herinnering had hoe zacht en lief ze was en hoe ze dan 's nachts boven bij me in mijn bed kwam liggen. En dan rekte ze zich zo uit en dan kwam ze lekker warm tegen me aan. En ja, dat mis ik best wel! En dan voel ik me een beetje droevig en dan heb ik dit muziekje voor haar gemaakt.
Toen had ik een vriendinnetje voor het eerst en was ik 's avonds bij 'r blijven slapen en dan werd ik wakker 's ochtends, en ik was zó gelukkig en ik was zó blij, en ik op de fiets naar huis. Er schoot vanzelf een soort melodie in mijn hoofd en ik ken mezelf, en dan heb ik een zaktelefoontje. Dus dan zit ik op de fiets en dan zing ik het weer in, en nou, dat is gewoon een heel blij vrolijk lekker nummer is het geworden. Zo voelde ik me toen ik wakker werd.