Censuur is het verhinderen van een meningsuiting. Dat kan door een verbod, maar ook op heel andere manieren.
Johan Doesburg: hier staan twee dozen, twee verhuisdozen. Dit is de oogst. Hier zitten allemaal zulke boeken in. Als voorbeeld. Zo zijn er twintig boeken. ‘theaterschool besluit tot uitstel première’. ‘Publiek en acteurs bedreigd’
In 1987 wilde Johan Doesburg als student het toneelstuk Het vuil, de stad en de dood van Rainer Werner Fassbinder opvoeren. Dat stuk gaat over hoe wij met onze schuldgevoelens tegenover de joden omgaan. Er komt een rijke jood in voor die zich in de wereld van hoeren en pooiers begeeft. Er brak een nationale revolte uit. Woedende tegenstanders bezetten het podium en maakten opvoering onmogelijk.
Johan Doesburg: ik zal niet iedere dag als antisemiet te boek zijn gesteld maar mijn integriteit werd betwijfeld; vanuit welke motieven doe ik dat, die hebben we niet gehoord, je bent niet eens joods, wie ben jij om etc, hoe durf je. Dat heeft me lang parten gespeeld. Weliswaar heeft Geres en Reinders vrijwel direct er bovenop gevraagd om een voorstelling te maken voor de toneelgroep Amsterdam, maar er waren ontzettend veel mensen die mij half scheef aankeken. Ik ben toch die jongen van Fassbinder. Dus de mate van zuiverheid was onderwerp van gesprek. Dat heeft wel een paar jaar geduurd.
15 Jaar later regisseerde Johan het stuk opnieuw, nu zonder enig protest omdat het onderwerp minder beladen was. Maar censuur kan nog subtieler plaatsvinden: alleen al uit angst voor een reactie van tegenstanders. Toen Johan een stuk over Volkert van der G. en Mohammed B., de moordenaars van Fortuyn en Van Gogh, wilde brengen, ontstond er aarzeling in zijn theatergroep.
Johan Doesburg: zouden we niet eventueel mensen kunnen kwetsen daarmee, wat vindt onze subsidiegever ervan? Kunnen die twee acteurs gewoon na een voorstelling over straat lopen? Er was absoluut huiver. Er moest diverse keren over gesproken worden. Ik vind dat een heel gevaarlijke ontwikkeling. Binnen het theater moet je in principe alles kunnen tonen. Dat vind je goed of slecht, dat boeit of dat boeit niet. Maar zelfcensuur vanuit eigen gelederen, zeker angst, zoals Fassbinder al zei: ’angst is een slechte raadgever.’ Het helpt niet om dat gewoon frank en vrij dan te doen.