Dit wordt lachen. Leuk hè. Ja, spannend, Arjan! Arjan, je krijgt een cadeautje. Een cadeautje, o? Ja, je krijgt een televisie cadeau. Een televisie? Nou dat is niet mis. Nee, dat is niet mis. Zit ie in deze doos? Is dat niet te zwaar? Er zit helemaal geen bodem in. Nee, ja, nee die doos dat is de televisie. Ja. En je moet hem natuurlijk wel eerst aanzetten. Maar hoe doe ik dat dan? Dan moet je hier, hier op die knopjes drukken. Ja ja ja. Doe je dat? Oké daar gaat ie. Oh oh, Hallo. Ik ben de omroeper en ik zeg dat het mooi weer is vandaag. Heel mooi weer. En het regent niet. En morgen ook niet. En nou komt Ieniemienie. Oké. Ja nou ik, nou ik. Hallo ik ben Ieniemienie en ik ga een liedje zingen. Lala, lala, lala. Nou dit is leuke televisie zeg. En nu moet jij op het knopje drukken. Ja, ja. Klik. Ja en dan komt nu Tommie. Yes, yes, yes, daar kom ik, daar ben ik. Haha. En ik doe een voetbalwedstrijd. Oh een voetbal, daar ben ik echt dol op. Ja, ja. Tommie heeft de bal. En hij loopt heel hard met de bal. Spannend. Ja, ja, en hij loopt nog harder met de bal, Tommie. En nog harder. En nog harder. En dan. Uh, schiet Tommie een doelpunt. Yes, hoera, hoera. Hier zou ik echt uren naar kijken, echt heerlijk. Ja. Hé, hé, hé! Waar is mijn televisie? Ja, nu is het afgelopen. Ja. Jammer. Ja, we hebben geen zin meer. Nee, we gaan nu even wat anders doen. Dag. Doei, dat was nou eens leuke televisie. Naja.