Mag ik even storen? Tuurlijk. Dat doe ik namelijk omdat ik heb gehoord dat jullie wel eens een vluchtplan hebben geoefend. Jaaa! Ja klopt dat ja? En nou wil ik van jou weten; wat voor afspraken hebben jullie nou eigenlijk gemaakt daarover? Als we een brandoefening doen dan moeten we niet in paniek raken en goed naar de juffrouw luisteren. Ja, dus je blijft rustig. En kalm blijven. Nou voel ik dat er nog wat is, even kijken, jij was als eerste. Alles moet dicht. Ramen en deuren. Ramen en deuren dicht. Wie heeft dat vluchtplan thuis wel eens geoefend? Vingers omhoog. Dan gaat de oefening zo meteen echt beginnen. Volgens mij gaat het alarm …nú af.
Marouane wil jij het raam dichtdraaien. We laten onze boeken liggen, schuiven de stoelen aan en gaan rustig in de rij staan. Geen jassen aan hé juf. Nee, geen jassen aan, zo snel mogelijk naar buiten. Oké. Rustig en kalm. Oké. Zestien, zeventien. Wie staat er niet naast degene waar die naast moet staan? Wie mis jij? Nassim. Nassim oké, wij gaan doorgeven aan onze BHV’er dat Nassim nog ontbreekt. Goedemorgen, ik ben de BHV’er Abdelmalek. Wij missen nog iemand. Nassim missen we. Oh, dat is niet handig. We gaan even naar binnen. Zal ik even met je mee gaan zoeken? Ja, graag! Oke, We gaan helemaal naar de andere kant. Die kant op. Ja, het kan namelijk gebeuren dat iemand bang is geworden of is verdwaald en zich heeft verstopt of de weg kwijt is geraakt in de rook. En zo’n controle in de school die moet je altijd samen doen omdat wij elkaar nu kunnen helpen, want zo’n brand is natuurlijk hartstikke gevaarlijk. Ik ga hier kijken, jij gaat daar kijken ja. Is daar iemand? Hallo. Hé, jongens. Gelukkig, hier zijn jullie.
Waarom doen jullie niet mee met de brandoefening. Ik sta even mijn broertje te helpen.
Ach ja, tuurlijk. Kom maar gauw. Fijn dat je er bent. Oh daar is jullie juf nou ga maar gauw met haar mee. Kom maar mee, fijn dat jullie er weer zijn.