Hoe werkt ons zicht? Nou, dat kan ik hier aan illustreren. Dus hier zit het oog. En de oogzenuw die loopt hier achter langs en de informatie komt aan uit hier achter aan de achterkant van de hersenschors. En ik kan hem eruit uithalen... Het zit hier aan deze kant en ook hier aan de binnenkant. En hier zit als het ware die kaart van de buitenwereld op gefrommeld. Het is ongeveer vijfentwintig vierkante centimeter per hersenhelft. Een soort scherm. Ons zichtscherm zit hier, een bioscoopscherm. En wat is er nou mis als mensen blind zijn? Dan zijn de lichtgevoelige cellen van het oog, die zijn stuk. Dat leidt er dan ook vaak toe dat er geen informatie meer getransporteerd kan worden vanuit het netvlies naar de rest van de hersenen. En dan, ja, dan is iemand blind geworden. Niet alle blinden worden blind geboren. Jaarlijks verliezen zo'n 40 miljoen mensen hun zicht, bijvoorbeeld door een ongeluk. Eén van hen is de 59-jarige Hein. Ik heb een paar jaar geleden, vijf jaar geleden een heel zwaar klimongeluk gehad, waarbij ik van ongeveer vijftien meter hoog zeg maar zes etages af -bats - naar beneden gevallen. Daar ben toen alles gebroken wat je maar kon breken. En daarbij ook mijn oogkassen verbrijzeld. Kon niet meer praten, kon niet meer slikken. Kon niet meer eten zelf niks meer. En ik kon niets meer zien. En je moet dus ook leren leven zonder zicht. Hoe was dat? Ongelooflijk moeilijk. En het is nog steeds moeilijk. Ja, met even iets vinden of iets kunnen pakken. Je hebt in zoveel zaken hulp nodig. Helemaal in het begin. Op gegeven moment word je er wel wat makkelijker mee en wat geroutineerder mee. En wat was het moeilijkste om niet meer te kunnen? Nou ja, wat het allermoeilijkste is, is het besef dat je de mensen van wie je houdt, je familie, dat je die nooit meer ziet en dat je je kinderen niet ziet opgroeien. Ja, ineens ben je afhankelijk van een taststok en met zo'n stok moet je van stoeprand naar stoeprand, moet je je weg zien te vinden. En hoe vind je weer ritme in je leven? Wat kan er dan aan gedaan worden via een chip? Hoe werkt dat dan? Nou, wat wij dan doen is we brengen draadjes aan en dat noemen we elektroden in dit gedeelte van de hersenschors. En voor elk van die draadjes. Als we daar een klein beetje stroom op zetten, dan gaan we toch die cellen weer kunnen activeren, die zitten te wachten maar er komt niks. En omdat dit een kaart van de buitenwereld is als we ze op een bepaalde plek in de kaart stimuleert, ziet iemand in de buitenwereld op de corresponderende positie een lichtpunt. Er is nu nog een probleem met langdurige acceptatie van die chip en de elektroden in onze hersenen. Ja dus dat wij nu gebruiken zijn hersenchips, daar steken kleine naaldjes uit. Dat zijn als het ware de elektrodes. Die zijn heel hard. En die hersencellen die naaldjes zitten als het ware tussen de hersencellen. Maar je beweegt altijd een beetje en dan krijg je bindweefselvorming. Dus dan worden die hersencellen een beetje naar de zijkant geduwd, wordt de afstand tussen daar waar je elektrisch stimuleert en de hersencellen groter. En het gaat steeds minder goed werken. En met de elektrodes die we nu gebruiken die stoppen over het algemeen naar eind twee jaar met werken en dat is geen therapie. Want je wil niet iemand een hersenoperatie aandoen, dan heeft ie een jaar plezier van het implantaat. En na twee jaar gaat het licht weer uit. Wat voor onderzoek doe jij nu verder? We gebruiken een soort kunststof. Daar kun je ook elektrische verbindingen op maken. Het heet Poli-imide. Dat is een beetje te vergelijken met keukenfolie. Keukenfolie is natuurlijk heel erg flexibel. En we maken dat met een dikte van misschien tien micrometer. Dat is een honderdste van een millimeter, super superdun en dat is dan ook heel erg flexibel. Dus dat drijft als het ware tussen de hersencellen. En de eerste indruk is dat dat grotendeels onopgemerkt wordt door de door de hersencellen en dat je dan ook niet aan het bindweefselprobleem krijgt. En dat nieuwe flexibele materiaal wordt nu getest met muizen. Bij hen is de nieuwe chip al geïmplementeerd. En je test nu of de elektroden van het nieuwe materiaal of dat die goed functioneren? Klopt, deze worden nou getraind. Elke keer als we stimuleren dan likt hij. En we gaan ook kijken hoeveel stroom hebben we nodig om te likken? En als het goed is blijft die hoeveelheid stromen over de maanden steeds hetzelfde. En dat is eigenlijk een teken dat er geen bindweefselreactie is en dat zeg maar de afstand tussen de elektroden en de hersencellen constant is. Ik ben wel echt zo benieuwd geworden naar wat zo iemand dan eindelijk ziet. Iemand die ja via deze nieuwe chip dan weer iets van beeld heeft. O wow, het is uh, zeg maar alle contouren zijn in een soort stippellijntje omcirkeld. Het beweegt wel de hele tijd is dat in het echt ook zo bij de mens? Ja. Het is wel echt een enorm verschil met niks. Ja, absoluut. Je kunt ook je eigen hand voor je hoofd houden. Dan zie je ook hoe goed het is. Als je als blinde wel weer dat soort contouren kunt zien, dan krijg je ineens veel bewegingsvrijheid en onafhankelijkheid terug. En stel het is gelukt. Die chip zit in je brein. Wat is dan het allereerste wat je gaat doen op de eerste dag dat je weer iets ziet? Nou sowieso, tuurlijk, de mensen om je heen proberen te ervaren, kijken of je dat goed kunt meekrijgen. Maar in het doen, misschien zou ik proberen kan ik autorijden? Ja! Er staan hele mooie auto's voor de deur. Wauw! En wat is het lekkerste gedeelte om te voelen voor jou, de voorkant, de achterkant? Nou, dat is dat is. Hier vind ik het altijd wel mooi om die luchtinlaten te voelen. Ga ik die ook eens even voelen. En hij heeft een mooie kont vind ik en een auto moet ook mooie heupen hebben. Ja. Ja. Oh, dan ga je heel even aan de heupen van je auto voelen. Ja. Nou vertelde hij een voorbeeld dat hij er ontzettend naar uit zou kijken om meer dingen zelfstandig te doen, bijvoorbeeld op een vreemde plek naar de wc gaan. Uhm. Mag ik eens proberen nu met deze nu hier een toilet te vinden? Ja zeker. Een beetje alsof ik Hein ben. Kijk, oh, dat is best eng. Jeetje. En dan ga je. Ja ok. Je doet het goed. Ja. Dus nu moet er hier rechts van mij een deur zijn. Nog iets verder...Stop! Stop stop stop. Hier, voel even met je hand. Oh ja, dus daar moet je omheen lopen. Dit is het toilet. Ja, dat is het toilet daar. Dat is het toilet voor mannen en vrouwen. Dus daar zou je naartoe kunnen gaan. Alright. Het is gelukt. Het is gelukt. Zie ik nou de wc-pot? Als het goed is wel. Oke. Ik heb het gehaald. Gefeliciteerd. Mag ie af? 100 punten.