In een weiland niet ver weg staat een kudde koeien rustig te grazen.
Een van de koeien is anders dan de rest. Blauwe koe staat te dromen.
Ze droomt over de grote wereld buiten haar vertrouwde weitje.
Op een dag kijkt Blauwe koe naar de andere koeien die gras eten
“Wat zou je nog meer kunnen eten?” vraagt ze zich af
“Daar gaat ze weer” zeggen de andere koeien
Blauwe koe stapt op de bus naast haar weiland.
“Een kaartje naar een plek waar ik iets anders kan eten dan gras alstublieft”
““alstublieft mevrouw – houdt u zich goed vast.”
Daar gaan ze, naar Italië
Ze komen aan
Voor Blauwe koe staat een enorme pan spaghetti. Ernaast twee kruiwagens met tomaten en bosbessen.
“Mamma Mia”, roept een Italiaans mannetje. Hij plet tomaten met een houten lepel. Splat! “De dorpsbewoners komen zo en er is nog niks klaar!” SPLAT!
“Hallo ik ben Blauwe koe. Kan ik helpen?”
“O dank u wel. Ik ben Mario Pasta. Ik moet alle tomaten pletten voor de spaghettisaus en daarna de bosbessen voor een bosbessensapje.” Splat! “Non c’è tempo . Ik heb geen tijd!”
“Ik heb een idee! Zegt Blauwe Koe. Ze leg teen tafelkleed over alle tomaten heen en Splat! gaat er bovenop zitten.
“Brava. Tomatensaus voor de spaghetti!”
“En nu het bosbessensap”. Ze bedekt de bessen met nog een tafelkleed. SPLAT!
“Buono!” zegt Mario. En hij duwt een kruiwagen naar de spaghetti.
“Boe wacht! Roept Blauwe Koe. “Dat is de verkeerde”.
Te laat. Hij gooit de bosbessen in de spaghetti Gloep! Nu is het blauw.
“Oh nee! En daar komen de dorpsbewoners, snikt Mario.
“Oooh!” roepen ze “Blauwe spaghetti! And lekker tomatensap! Goed gedaan Mario!”
“En Blauwe Koe,” lacht Mario. “We noemen het Blauwe Koe Spaghetti, naar jou!”
“Bedankt”, zegt Blauwe Koe terwijl zee en sliert spaghetti opslurpt. Lekker!
“Jullie raden nooit waar ik ben geweest!”
“Waar ben je geweest?”
“Ik ben naar Italië geweest en ik heb blauwe spaghetti gegeten”
“Iedereen weet dat koeien niet naar Italië gaan of spaghetti eten”
Maar wij weten wel beter, of niet?