Alles wat leeft op aarde staat voor biodiversiteit. “Bio” betekent “leven” en “diversiteit” betekent “verschillend”. Op aarde leven heel veel verschillende soorten. Naast de mens zijn er planten en dieren. Maar ook micro-organismen. Micro-organismen zijn heel kleine diertjes. Zo klein, dat ze niet te zien zijn met het blote oog, maar wel met een microscoop. Er zijn allerlei soorten en vormen van leven. Van de kleinste dieren die je alleen met een microscoop kan zien tot grote zeezoogdieren zoals deze walvis. Er zijn ongeveer 2 miljoen dieren, planten en micro-organismen beschreven. Maar wetenschappers hebben al een tijd geleden ontdekt, dat er nog veel meer soorten zijn. Het is alleen erg lastig om al deze soorten te vinden en dan ook nog goed te beschrijven, want het zijn er zó ontzettend veel! In sommige gebieden op de wereld komen meer verschillende soorten voor dan in andere gebieden. Zoals bijvoorbeeld in het tropisch regenwoud: hier ontdekken wetenschappers veel nieuwe soorten dieren en planten. Ook de Galapagoseilanden staan bekend om de grote biodiversiteit. Op sommige plekken zie je dieren die je nergens anders op de wereld tegenkomt. Zoals de zeeleguaan en ook de reuzenschildpad vindt je hier. En alleen in het werelddeel Australië komt de kangoeroe in het wild voor. Om alle dieren een naam te kunnen geven, hebben wetenschappers een indeling in groepen gemaakt. Hierbij kijken ze naar de kenmerken, naar de verschillen, maar ook naar de dingen die hetzelfde zijn. Er zijn dieren met botten en dieren zonder botten. Dieren zonder botten zijn bijvoorbeeld spinnen. Dieren met botten zijn vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren. Er zijn reptielen die op het land leven, maar sommige leven ook in het water, zoals de krokodil. Als een wetenschapper een nieuw dier ontdekt, bekijkt hij of zij de kenmerken. Daarna wordt het dier in een groep van het dierenrijk ingedeeld. En dat gaat ook zo bij planten en bij micro-organismen.
Met materiaal uit: Beagle - in het kielzog van Darwin.