Vandaag gaan we met de hele klas naar een grote speeltuin! Dat is leuk! Ik heb er heel veel zin in. Lekker spelen met de kinderen. Dit is een trampoline. Daar kan je lekker op springen. Mag ik ook springen jongens? Joehoe, mag ik ook springen? Ik wil ook springen! Het is leuk!
Ja! Ik mag meedoen! Ja! Joepie! Joehoe! Woew! Woepie! Ja!
Oh, dit is ook leuk! Het lijkt wel een soort kasteel waar je doorheen kunt lopen. Voorzichtig hoor jongens, niet vallen! 1, 2… Hé, ik zit lekker. Oh, hoepsakkeetje, in het zand gevallen. Het is niet erg hoor, het doet geen pijn. Ik heb alleen een beetje zand in mijn oor gekregen.
Ze zijn allemaal lekker aan het klimmen, maar ik lig hier nog. Jongens, mag ik ook klimmen? Jongens? Jongens, mag ik ook klimmen? Ik… Jongens, ik vind het niet zo leuk om hier te liggen! Ik ben niet zo blij. Jongens! Waarom pakt niemand me om mee te spelen? Ik word er een beetje verdrietig van. Jullie zijn allemaal lekker aan het spelen, ik wil ook mee spelen! Hallo!!!
Ja!!! Gelukkig, ze hebben me gehoord! Hè, nou mag ik lekker weer mee spelen! Nou ben ik niet meer verdrietig! Hè, gelukkig! Oh, dit is ook mooi! Nog een kasteel. En een glijbaan, ja! Nog een keer!
Wat is dit? Het lijkt wel een schip met een stuur! Oh, en ik mag sturen! Zo, we gaan deze kant op. Zo, deze kant. Tatataah, daar komen we aan! Hé, dit is een mooi net. En daar kan je overheen lopen. Of op zitten. En op vallen! En op rennen! Ja!!! Lekker rennen! Oh, wat is het hier leuk zeg! Rennen! Joehoe!
We moeten alweer weg. Wat jammer! Ik vond het heel erg leuk, tot de volgende keer! Dag!