Ik ben Robin en Flip komt bij mij logeren. Ja, ik mag vandaag met Robin mee! We gaan met Lizzy naar de dierenarts.
Kom maar gezellig mee, oh, gezellig is het zo hè. Ja, we gaan jou maar eens even op tafel zetten. Zo. Zou je Lizzy kunnen vasthouden daar Robin?
Ja. Zal het gaan denk je? Zo, houd jij ‘m eventjes vast.
Woeh, wat gaat de dokter nou doen?
Zo Lizzy, hè, even kijken. Oh, ze gaat naar het hartje van Lizzy luisteren. Wil je ook even luisteren Robin? Ja. Kom maar hier staan. Zullen we Flip ook eens eventjes laten luisteren? Ja, leuk! Toedoeng, toedoeng, toedoeng, toedoeng.
Eens even kijken of ze geen vlooieneitjes heeft. Vlooieneitjes? Jakkes! Kijk Robin, Lizzy heeft geen vlooien, zie je dat? Alleen maar haren. Hoeh, gelukkig! Geen vlooieneitjes. Nee.
Zullen we het Flip ook even laten zien? Ja. Eh, nou, ja… Zie je? Geen vlooieneitjes. Nee. Alleen maar haren. Ja.
Wat is dat nou voor een ding? Kom maar. Dan gaan we even in je oren kijken. Oh, dat is om in de oren te kijken. Nou, het ziet er mooi uit hoor. Keurig schoon. Kalm maar Lizzy. Wil je ook even kijken Robin? Ja. Kijk maar eventjes. Zo. Zie je het? Ja. Zullen we Flip ook nog eventjes laten kijken? Ja, dat wil ik wel. Oh, dat is mooi schoon.
Nou, eens even naar Lizzy’s tanden kijken. Kijk, Lizzy heeft wel wat tandsteen. Ze poetst ‘r tanden zeker niet hè? Uuwwlk, wat een vieze tanden! Zie je, wil je ze ook eens even zien Flip? Flip ook even tanden kijken hè. Je moet wel goed poetsen hoor Lizzy!
Zullen we even naar Lizzy’s nageltjes kijken, of die niet te lang zijn? Nu zit Lizzy net met ‘r kopje voor hè, kijk, nou, ze zijn mooi kort hè, we hoeven ze niet te knippen. Nou, en dan mag je eens even dan alle nageltjes tellen.
1, 2, 3, 4. Oh, 5.
Een duimnageltje hè? Nou, Lizzy is een gezond hondje hè. Zou Lizzy een koekje lusten denk je? Ja. Wil jij ‘m geven aan Lizzy? Ja. Oh, dat zijn hondenkoekjes.
Alsjeblieft. Nou, dit heb je wel verdiend hè Lizzy.
Dat is lekker Lizzy!
Zullen we Lizzy van tafel tillen? Neem jij Flip weer mee? Ja. Zo Lizzy, hè, nu mag jij van tafel af, 1, 2, hoepsakkee. En nu gaan jullie naar huis toe.
Ja, daar gaan we weer. Dag.
Tot ziens.