Jij bent op de middelbare school begonnen met schrijven. Op je 17e schreef je je eerste kinderboek. In de vakantie. Terwijl de meeste kinderen dan juist lekker...willen niksen en luieren was jij druk aan het schrijven. Hoe zit dat? Waarom wilde je dat dan? Ik vind schrijven het leukste wat er is. Juist in de vakantie wilde ik het leukste doen. Waarom dan?
Zo'n verhaal is er eerst nog niet. Ik maak het in mijn hoofd. Ik schrijf het op. Als je mijn boek leest, als ik het goed doe...zit die film uit mijn hoofd daarna ook in jouw hoofd. Dat is zo bijzonder. We kunnen het hebben over mijn hoofdpersonen...alsof dat echte mensen zijn. Siebe heeft een vraag voor je. Hoi, is schrijven niet heel eenzaam? Je zit in je eentje achter de computer. Maar ik ben dan met mijn hoofdpersonen. Je bent niet alleen. Ik voel me dan niet eenzaam. Ik maak avonturen met mijn hoofdpersonen. Het is ook niet saai. Het is avontuurlijker dan m'n gewone leven. Ik maak niet elke dag een orkaan mee. Mijn hoofdpersonen maken elke dag spannende dingen mee. Als je aan het schrijven bent, hoe ziet dat er dan uit? Vroeg opstaan of juist de nacht door tikken? In je eentje, muziek aan? Ik schrijf niet 's nachts. Ik schrijf vooral 's middags goed. Ik schrijf niet 's nachts. Ik schrijf vooral 's middags goed. Ik mag uitslapen. Dat is een groot voordeel. Eerst maak ik een wandeling. Nadenken over de volgende bladzij. En 's middags schrijf ik. Het laatste boek dat je hebt geschreven is: Gips. Dat verhaal speelt in een ziekenhuis. Zo gaan eigenlijk al je boeken wel over iets anders. Nessim heeft daar een vraag over. Waar haal jij je ideeën voor je boeken vandaan? Het is voor een groot deel fantasie maar het begint met iets echts. Iets uit de werkelijkheid. Gips komt uit het leven van mijn zusje. Mijn kleine zusje, 31, is nu chirurg in een ziekenhuis. Elke week vertelt ze hoe het is om chirurg te zijn...en wat ze allemaal meemaakt in het ziekenhuis. Dat hoor ik al jaren. Ik wilde een verhaal schrijven dat speelt in een ziekenhuis. Dan heb je zo'n idee. Hoe bereid je je dan voor? Ik dacht dat de verhalen van mijn zusje genoeg zouden zijn. Maar dat is niet zo. Als ik schrijf moet ik weten hoe het daar ruikt. Maar dat is niet zo. Als ik schrijf moet ik weten hoe het daar ruikt. Hoe het voelt om een hele dag in een ziekenhuis te lopen. Ik heb meegelopen met mijn zusje. Heel officieel heb ik een brief geschreven aan de directeur van het ziekenhuis. Of ik een dag mocht meelopen. Dat mocht. Ik kreeg een witte doktersjas aan. Soms liet mijn zusje me even alleen en dan stond ik daar in mijn doktersjas. Iedereen denkt meteen dat je een arts bent. Patiënten kwamen vragen aan mij stellen, maar ik gaf geen antwoord. 'Vraag het maar aan iemand anders.' Ik heb dat ook wel eens geprobeerd, maar hoe begin je? Of ik begon met schrijven, maar het verhaal was in twee pagina's klaar. Liselotte heeft daarom een vraag. Ik schrijf zelf ook een verhaal, heb je misschien nog tips? Ja, je hebt al nagedacht over die vraag en jij hebt drie belangrijke tips. Laten we ze eens een voor een doornemen.
Klaar voor? We beginnen natuurlijk met de eerste Tip 1. Heel veel oefenen met schrijven. Schrijven is niet makkelijk. Er is niet iemand van zes die al een prachtig boek schrijft. Als je 10 of 12 bent is het niet gek als het nog niet lukt. Blijven oefenen. Tip 2:
Niet alles verklappen. Wat bedoel je? In Gips heeft mijn hoofdpersoon iets op haar hoofd geschreven. Een vreselijke tekst staat op haar hoofd. Ik weet het inmiddels. Hoofdstukken lang weet je niet wat dat is. Als ik het op een school voorlees, vraagt altijd iemand: wat heeft ze op haar hoofd geschreven? Dat heb ik expres niet verteld, zodat je door gaat lezen.
Dan moet je het uitlezen. En de laatste: Tip 3. Als je hoofdpersonen gaat bedenken, niet eerst de naam. Eerst wat voor kinderen het zijn. Hoe bedoel je? Vaders en moeders moeten eerst de naam verzinnen. Daarna zie ik pas wat wat voor kind het wordt. Een schrijver kan helemaal verzinnen hoe het kind eruitziet. Wat voor karakter hij heeft. Wat voor familie hij heeft. En dan verzin je een voornaam die helemaal bij dat kind past. Hier kunnen de kinderen, die dat willen, thuis verder mee aan de slag. Jij schrijft voorlopig lekker door.
In september komt een nieuw boek uit van jou. Kun je daar al iets meer over vertellen? Nee, dat zit helemaal in mijn hoofd. En klein beetje? Als ik er iets over vertel, heb ik geen zin meer om het op te schrijven. Het is al verteld. Dat horen we dan tegen die tijd. Veel succes met schrijven en dank voor je komst.