Zeven mensen zitten vast in een verlaten schoolgebouw. Zes volwassenen en een kind. Ze kunnen nergens heen. Er is bijna geen eten. Ze hebben de lokalen verdeeld waar ze slapen. Er was een knal en daarna was er niks. O ja, instructies op een televisiescherm. “Volg de instructies tot nadere instructies. Plak de afvoer van ventilatie en openingen af.”
Merel schrijft alles wat ze meemaakt op in een schoolagenda. Hoe ze hier kwamen om een tv-programma op te nemen. Over Joeri, het kind dat hoogbegaafd is. Dat er buiten alleen mist is. Geen vogels, geen verkeer, geen licht van de lantaarnpalen. Internet doet het allang niet meer. Ze hebben afspraken gemaakt, maar intussen vertrouwen ze elkaar maar half. We springen steeds in de tijd. Dag 91. Dag vijf. Dag 23. Merel vindt een leeg kokertje Halopax. Dat zijn pillen tegen psychose. Van wie is dat kokertje?
Ze wordt verliefd op Leo, de presentator van het tv-programma. Ze hebben bijna elke nacht seks.
En dan is er nog Kaylem, de schoonmaker die hen heeft binnengelaten. Hij maakt kettingen van kraaltjes en hij zingt liedjes van U2 en Dolly Parton.
Het gaat van kwaad tot erger. Het eten raakt op. Er ontstaan ruzies, er is gedoe. Buiten is er nog steeds die mist. Op dag 102 schrijft Merel in haar agenda over verliefdheid, over de queeste naar de enige echte. Het verhaal dat ze liefde noemen is gevaarlijk, schrijft ze. Daarna wordt alles troebel.