Het mooiste moment van een raketlancering is het moment dat de motor uitgaat. Dan is het opeens helemaal stil. Er is niets dat aan je trekt en er is niets dat duwt. Je valt... je zweeft! Samen met mijn collega's vloog ik naar het internationale ruimtestation, het ISS. Op deze bijzondere plek heb ik ruim 200 dagen gewoond en gewerkt.
Het ruimtestation werd in vijftien jaar tijd gebouwd door veel verschillende landen. Ook Nederland heeft belangrijke bijdragen geleverd. Het station is zo groot als een voetbalveld. Het is 109 meter breed en 73 meter lang.
De bouw kostte 100 raketlanceringen. Elke raket bracht nieuwe onderdelen omhoog. Zoals de zonnepanelen... de laboratoria om in te werken... en de modules waar we kunnen eten, sporten, naar de wc gaan en slapen.
Laten we even binnen kijken.
In de ruimte voel je niet wat boven of onder is. Soms zweef je ondersteboven een module binnen. En zitten de lampen ineens op de vloer, in plaats van op het plafond. Je kan er behoorlijk van in de war raken. En zelfs verdwalen...Hier slapen we. Elke ruimtevaarder heeft zijn eigen slaapcabine. Het is geen ruime kamer, maar dat is ook niet nodig. Als je zweeft, voelt alles veel ruimer.
Eten doen we hier. We zweven rond de tafel. Overal zitten zakjes en blikjes vast met klittenband en elastiek. Anders zweven ze weg. We eten geen beschuit met hagelslag. De kruimels en de hagelslag zouden overal heen vliegen.
Al het eten is een beetje plakkerig. Je warmt het op in een soort broodrooster of je doet er heet water bij. Sommige gerechten lijken wat op kattenvoer, maar het smaakt prima…Dit is Columbus, mijn belangrijkste werkplek. Het barst van de wetenschappelijke experimenten. Dat is waarom we het ruimtestation hebben. Het is gebouwd om onderzoek te doen in gewichtloze omstandigheden. Onderzoek dat je op aarde dus niet kunt doen.
Na een lange dag werken gaan we hier naartoe: de fitnessruimte. De loopband zit op de muur. Dat maakt niet uit, want alles zweeft. Je moet je goed vastmaken met een harnas, anders zweef je weg bij de eerste stap die je zet. Er is ook een apparaat om spieroefeningen te doen en een fiets... zonder zadel. Want dat heb je in de ruimte niet nodig.Als je de hele dag zweeft, worden je spieren en botten slapper. Daarom moeten we in de ruimte twee uur per dag sporten. Doen we dat niet? Dan komen we als een slappe dweil terug op aarde. Aan boord van het ruimtestation doen astronauten ook onderzoek naar botontkalking. De uitkomsten daarvan zijn niet alleen belangrijk voor ons. Veel oudere mensen op aarde hebben ook last van botontkalking. Als ik een beetje tijd over heb, zweef ik hier naartoe, de Cupola. Door deze uitkijkkoepel heb je het mooiste uitzicht op de aarde.