Wat mijn vak inhoudt is dat ik als officier van justitie verantwoordelijk ben voor de opsporing en de vervolging van strafbare feiten en dus de verdachten die daarbij horen. Mijn dagelijkse werk ziet er eigenlijk zo uit dat het soms heel onduidelijk is wat ik die dag ga doen. En dat vind ik ook het hele leuke aan mijn werk, omdat heel vaak criminaliteit zich niet laat voorspellen. Ik heb ook diensten en dat betekent dat ik achter mijn bureau zit met mijn telefoon. En als er dan wat gebeurt, dan komt dat direct bij mij binnen en dan pak ik die zaken op. En dat kunnen allerlei soorten zaken zijn. Van lichte vergrijpen, lichte dingetjes. Op de afdeling waar ik werk, gaat het eigenlijk altijd om de wat zwaardere zaken. Ik word dan gebeld door de politie, omdat bij hen bijvoorbeeld melding is binnengekomen dat er iets is gebeurd. Er is iemand overvallen, of er is ingebroken of iemand is verkracht. Dat zijn allemaal hele erge dingen die er gebeuren helaas. En als ze dan willen gaan kijken, wie heeft nou dat feit gepleegd, wie heeft dat misdrijf gedaan? Dan gaan we zoeken naar degene die dat heeft gedaan. De politie doet het hele onderzoek. Die gaan mensen tappen, afluisteren, woningen doorzoeken. Maar ze doen ook heel veel dingen gewoon stiekem nog. Dat is natuurlijk telefoon afluisteren ook, maar die dingen mogen ze niet doen zonder dat ik dat goed heb gevonden.
Als er dan genoeg bewijs is, dan vragen ze aan mij of ze die persoon mogen aanhouden. Dat gaat dan op mijn bevel, zo noemen ze dat. En dan wordt iemand aangehouden en dan gaat 'ie de gevangenis in. Daar ga ik niet alleen over. De eerste drie dagen ga ik er wel over. Maar daarna gaat de verdachte naar een rechter-commissaris en die beslist of iemand nog langer moet blijven.
En als er dan een rechtszaak komt, dan sta ik daar weer, want ik heb natuurlijk dat hele onderzoek gedaan, samen met de politie. En dan ga ik met de zaak naar zitting. Zo'n zitting gaat als volgt. De rechter bespreekt de feiten met de verdachte. Waarvan wordt 'ie verdacht? En dan gaat 'ie alle bewijsmiddelen die ik samen met de politie heb gevonden aan de verdachte voorhouden. Die gaat 'ie met hem bespreken. Daarna is het woord aan mij en dan hou ik mijn requisitoir, zo noem je dat. En dat betekent dat ik in een requisitoir vertel wat de bewijsmiddelen zijn, hoe ernstig ik het vind en welke straf ik vind dat de verdachte zou moeten krijgen. Het Openbaar Ministerie vindt alle feiten wettig en overtuigend bewezen en we vinden het feit zo ernstig dat verdachte 10 jaar de gevangenis in zou moeten. En dat is ook mijn eis. Dank u wel.
Het mooiste aan mijn vak is wel het werken met de politie. En het echte ouderwetse boeven vangen, samen met de politie kijken of wij slimmer kunnen zijn dan de criminelen en ervoor kunnen zorgen dat als mensen echt iets heel ergs slechts hebben gedaan, dat ze daar ook voor worden gestraft.