Woestijnhagedis op jacht

---

Een woestijn is 's nachts vaak erg koud. Hagedissen graven zich dan in het zand in om niet te sterk af te koelen. Vroeg in de morgen komt een hagedis tevoorschijn en warmt zich op in de zon. Later op de dag wordt het zand te heet. De pootjes worden afwisselend opgetrokken om ze niet te laten verbranden.

Een hagedis heeft onder het zand geslapen. Het is vroeg in de morgen en tijd om op jacht te gaan.
Hij drukt zijn buik tegen het zand om op te warmen. Als het zand te heet wordt tilt hij afwisselend zijn poten op. Even later rent hij weg.
Hij heeft iets eetbaars horen ritselen. Bij een van de schaarse graspollen ontdekt hij een forse wriemelende insectenlarve. Die eet hij meteen op.
De honger is nog niet gestild maar het begint heet te worden. De hagedis dreigt zijn staart en zijn poten te branden aan het hete zand. Er zit niets anders op dan de voeten afwisselend een tijdje op te tillen om af te koelen. Heel hard lopen helpt misschien ook.