Ik ben hier op een speciale plek. Het strand. Waarom is dit dan zo speciaal? Als de wind hier op een bepaalde manier tegen de duinen aankomt, kun je soaren. Eigenlijk vliegen ze heen en weer. In een vaste baan boven het duinen. Daar is de wind het beste om te zweven. Maar dat is niet zonder gevaar. Wat snel achter de top 'valt' de lucht naar beneden en begint te draaien. Als je daarin terechtkomt, is er grote kans dat je keihard op de grond smakt. Lekker. Zo. Ik snap wel waarom je dit zo leuk vindt. Het is supergaaf. Hoe hoog zat je? Ik zat nu ongeveer op 20 meter. Heb je dan ook een soort ideale hoogte? Eigenlijk is er geen ideale hoogte maar wel een ideale wind. Als de wind dezelfde snelheid continu heeft. Een beetje als een windtunnel. Mijn beurt. Dat gaat het niet worden. Je moet eerst eens voelen hoeveel kracht er op komt te staan. Goed. Stad er maar in. Ja. Whaa! Oke, soaren kun je dus het best doen bij windkracht vier. Dat hoor je vaker: Windkracht 4, 7, 10. Daarmee wordt bedoeld: vier Beaufort. Francis Beaufort was een Britse Admiraal die aan de hand van wat hij op zee zag een lijst voor windkrachten heeft gemaakt. Dit is bijvoorbeeld windkracht vijf. Matige golven. Hier en daar opwaaien schuim en overal schuimkoppen. En dit is windkracht 10. Hele hoge golven. De zee is wit van het schuim. Verminderd tot slecht zicht en overslaande rollers. Pas later is het ook op het land goed bekeken. Er is een snelheid van luchtdeeltjes aan gekoppeld. Acht Beaufort is bijvoorbeeld: stormachtig. Met een snelheid van tussen de 62 en 74 kilometer per uur. Windstoten niet meegerekend. Laten we de schaal van Beaufort zelf eens onderzoeken. In de windtunnel van TU Delft. 17 kilometer per uur. Prima, klein briesje. Flinke tocht eigenlijk. Het zit inmiddels op 22 kilometer per uur. Ooh, de parasol! Het kleed begint te wapperen. Ooh! De eerste bekertjes vallen weg. 35 kilometer per uur. Op dit moment zou ik wel naar binnen gaan, denk ik. 45 Kilometer per uur. Geen weertje meer om een boekje te lezen. Aah! Bij 55 kilometer per uur! Aah! Nee! Aaah! We gaan richting een zware storm. Richting de 100! Aaah! Laat maar zitten! Ik krijg spierpijn in mijn benen. 103 kilometer per uur. Dit is een zeer zware storm. Dit kan nog in Nederland voorkomen. Zeldzaam. Maar het kan voorkomen. Weet je wat? Ik vind het wel mooi geweest. Pfff! Dat was dus kracht 11. Een zeer zware storm. En de schaal van Beaufort gaat tot windkracht 12. Met windsnelheden van 120 kilometer per uur. Dan kun je hier niet meer staan en op zee kun je niet meer varen. Er zijn winden op aarde die nog harder gaan. Zoals orkanen. Met windsnelheden van 300 kilometer per uur. Of nog harder: tornado's. Waarbij de windsnelheid kan oplopen tot 500 kilometer per uur. Totale vernietiging. Doe mij dan maar een windkrachtje vier of vijf, lekker soaren. Mij lukt het dus niet. Maar is er niet een manier waarop ik alsnog de lucht in kan komen? Ja, je kunt met mij mee. Met jou mee? Met een tandem, als passagier. Klinkt perfect. Waah! Yeah! Oh, wat een gave plek. Woeh! Woooh! Ah, nice!