Welkom op de racetrack op de racetrack van de RC Hotwheels in Deventer. Dat RC staat voor 'radio controlled'. Dat is een Engelse afkorting voor 'radiografisch bestuurd'. De coureurs zitten dus niet in deze auto's. Dat lijkt me ook lastig. Maar die staan daar boven. Radiografisch racen. Hoe doe je dat? Modelracen is een echte sport. Er bestaan ook verenigingen door het hele land. En er worden kampioenschappen georganiseerd, zoals hier, vandaag. Alle auto's zijn schaalmodellen. In dit geval 1 op 10. Dat betekent dat deze auto precies 10 keer zo klein is als het origineel. Alle auto's beginnen als een bouwpakket. Die wordt door de coureurs zelf in elkaar gezet. Als dat eenmaal klaar is begint het echte werk. Dan kun je de auto voor elke race naar je eigen hand zetten. De wielen bijvoorbeeld. Die kun je onafhankelijk van elkaar afstellen om ervoor te zorgen...dat je in de bocht zo goed mogelijk blijft liggen. Je hebt ook een schokbreker. Die zitten hier. Die kun je ook precies afstellen. Heb je een hobbelige weg dan doe je ze wat losser. En heb je een lange harde weg dan doe je ze wat strakker. Het is allemaal als bij een echte raceauto. Bij het racen is er in elk geval een onderdeel bij alle deelnemers hetzelfde. En dat is de motor. En die zit hier. Voordat de wedstrijd begint krijgt iedereen hetzelfde motortje van de wedstrijdleiding...zodat er niet met de motor gerommeld kan worden. Het is een leuk gezicht. Iedereen is aan z'n autootje aan het sleutelen. Een soort mini-pitts. Geweldig. Na het startsignaal rijden de tien gestarte auto's precies zeven minuten over deze baan. Dan wordt er weer afgeblazen. De auto die het snelst over de finish is gereden heeft gewonnen. Je kunt je voorstellen dat het met 10 auto's een beetje onoverzichtelijk wordt. Daarom hebben ze dit bedacht. Dit is een transponder. Die zit op elke auto. En onder deze finishlijn zit een detectielus. Elke keer als deze auto voorbij rijdt, wordt de ronde geteld en de snelheid gemeten. Daardoor weet je dus altijd wie er voorop ligt. Aan de leiding: wagen nummer 1, Erik. Ik moet zachtjes praten, want ze zijn heel geconcentreerd aan het racen. Ze hebben urenlang afgesteld, gesleuteld en in elkaar gezet. Het is helemaal goed. En nu moet het gaan gebeuren. Wie heeft er gewonnen? Jij? Serieus? Ja. Het ging zo snel dat ik het niet eens gezien heb.