Zo! Welkom in de tomatenhemel. Vroeger werd de bestuiving van de tomaten allemaal met de hand gedaan. Wat jij nu aan het doen bent. Echt, tomaatje voor tomaatje? Tomaatje voor tomaatje. Maar de telers maken nu ook gebruik van de natuur. Zij zetten daar hommels voor in. Waar zijn die dan? Ik zie alleen tomaten. Ze zijn hier al aan het werk geweest. Ze zitten boven bij de bloemetjes. Joehoe! Kijk, hier zit er eentje! Ah! Hier! Ah! O, kijk nou! Hoe doen ze dat? Hoe zijn ze dan aan het bestuiven? Tomaten aan het regelen voor ons. Ik weet niet precies hoe. Gaan we aan hem vragen. O ja. Hee! Hallo!
Wij hadden een vraagje. Over die bestuiving. Wat doen die hommels hier? Daar gaat er met eentje. Ze vliegen van bloem naar bloem. Hoe doen ze dat dan? Ze bijten in het bloemetje. Hoe weten ze van alle bloemen of ze bestoven zijn of niet? Dat kun je heel goed zien. Ze laten de tandafdruk achter in het bloemetje. Dat worden bruine vlekjes. Kijk, je ziet de tandjes! Over negen weken is dit een volwaardige oogstbare tomaat. Hoe krijg je die hommels in de kas? Die worden in grote dozen elke week geleverd. We hebben 90 kolonies hier rondvliegen. Hoe groot is EEN kolonie? Dat zijn er duizenden. Dus die dozen zijn een soort hommelhuizen? Ja. Yo! Mijn broertjes! Een hele doos vol hommeltjes! Het zijn zusjes eigenlijk van je. Zusjes. Sorry.O! Is dit EEN familie? Ja, dit is EEN familie. Met EEN koningin. En de werksters, alle anderen, die vliegen in en uit. Op zoek naar de bloemetjes. Ze nemen voedsel mee terug. Het is wel working nine tot five. Working nine to five, What a way to make a living! Dit is effe... O! Au! Kijk even naar deze plant. Allemaal kleine witte vliegjes. Ze zijn het hele blaadje aan het leegzuigen. Alle sap er uit. Daarom haat ik ze! Ze maken het leven van onschuldige plantjes helemaal zuur. Daarom zeg ik: Nee, tegen insecten! Nee, nee! Nee, nee, nee, nee, nee! Niet met gif! Stop! Ho! Wacht! Als jij die witte vliegjes dood met Geert maak je die hommels misschien ook dood. Die insecten regelen het gewoon zelf. Kijk wat ik hier heb. In dit flesje zitten kleine groene insectjes. Wantsen. Daar gaan ze al. Ik laat ze er op los. Kijk wat ze met die witte vliegjes doen. O jo! Ze zuigen ze helemaal leeg. Pak ze ja!