Hallo, ik ben Charlotte en ik ga met Flip naar de trein naar oma.
Vandaag ga ik met Charlotte en haar oma mee. We gaan met de trein naar het huis van oma toe. Eerst gaan we naar het station. Kijk: hier is het al. Daar komen alle treinen. Nu gaan we een kaartje kopen. Dat moet als je met de trein mee wilt.
Het is 5 Euro 20. Alsjeblieft. Dankjewel.
Zo, nu gaan we naar de trein.
Hé, hoe moet hij dat nou doen die Flip hè, met de roltrap hè.
Op dit bord staat waar onze trein komt. Dat is makkelijk. Dan weten we waar we moeten wachten.
Daar is de trein! Oehoe, wat is ie groot!
Kom maar.
Instappen en een plaatsje zoeken. Nou, daar gaan we! Hé, ga maar in dit hoekje zitten. Ik ga lekker bij het raam zitten! Zet Flip maar bij het raam. Zo. Dankjewel.
Ik vind het leuk in de trein.
Mag ik ook een slokje? Dankjewel Charlotte.
Daar is de conducteur. Die kijkt of we wel een kaartje hebben. Goedemiddag, vervoerbewijs alsjeblieft. Dag.
Flip is gratis.
Dankjewel. Wil je dat zelf effe doen? Wil je het zelf even knippen? Dan ben jij even conducteur, dan ben ik de klant. Ja? Dan moet je heel hard knijpen.
Die Charlotte, die kan het al goed! Nu is zij de conducteur.
Dankjewel.
Oh, wat gaan we hard!
We zijn er! Iedereen uitstappen!
Ik lig wel lekker in dit mandje. Lief van Charlotte dat ze me zo lekker draagt. Nu nog een stukje lopen en dan zijn we bij het huis van oma. Kijk, hier is het al!
Ik vond het heel spannend om met oma en Charlotte in de trein te reizen. Dag, tot de volgende keer!